In 2050 moet de Nederlandse economie circulair zijn. Recycling is daarin onmisbaar, maar niet dé oplossing. Want recycling kan valse hoop bieden, aldus experts. ‘Recycling past vaak in een patroon van blijven doen wat we doen, maar het moet anders.’ Rethink, Reduce en Reuse komen allemaal vóór Recycling.
Recycling hoort bij de circulaire economie. Is een product niet langer bruikbaar dan win je de grondstoffen terug om ze opnieuw te benutten. Als burger scheiden we daarom netjes ons afval. Gft, plastic, karton en papier, glas, textiel en batterijen, we doen ze in de juiste bak om ze optimaal te kunnen recyclen. ‘Er wordt ook volop geïnvesteerd in recycling’, zegt chemicus Marko Hekkert, hoogleraar Innovation Studies aan de Universiteit Utrecht en vanaf 2023 de nieuwe directeur van het Planbureau voor de leefomgeving (PBL). ‘Dat is mooi, maar recycling levert lang niet altijd op wat nodig is in een circulaire economie. Kijk naar plastic recycling. Slechts zestien procent van het verpakkingsplastic wordt opnieuw als verpakking gebruikt, tweederde belandt in de verbrandingsoven.’
‘Recycling levert lang niet altijd op wat nodig is’
Ook Kristian Syberg, milieuwetenschapper aan Roskilde Universiteit, Denemarken, waarschuwt in een essay in het tijdschrift Nature voor ‘de valse hoop van recycling’. In de visie van de Europese Unie op de nieuwe kunststofeconomie gaan zeven van de negen specifieke doelen exclusief over recycling, schrijft hij. In het hele document komt het woord recycling 188 keer voor. Nu is recycling nodig en belangrijk, onderschrijft ook Syberg, maar reuse en reduce telde hij slechts 12 respectievelijk 18 keer. En dat terwijl het credo van de circulaire economie luidt: Reduce – Reuse – Recycle, nadrukkelijk in die volgorde. Hekkert: ‘Recycling is een valkuil wanneer andere opties, hogerop de ladder, over het hoofd worden gezien of overgeslagen.’ Met de ‘ladder’ bedoelt Hekkert de R-ladder (zie ook kader), een veelgebruikte maat voor waardebehoud in de circulaire economie. Hoe hoger een aanpak of strategie op deze R-ladder, hoe meer circulair. Anders gezegd, des te minder grondstoffen en energie er worden gebruikt.
Onrealistisch
Om de opbrengst van kunststofrecycling te verbeteren, wordt inmiddels hard gebouwd aan fabrieken voor chemische recycling waar ‘lastig’ plastic wordt omgezet in pyrolyseolie voor de productie van nieuw maagdelijk plastic. Hekkert: ‘Dat kost veel energie, terwijl de echte winst zit in het langer in de kringloop houden. Wanneer een verpakking twintig tot dertig keer meegaat in plaats van één keer heb je maar drie procent van het materiaal nodig dat je nu gebruikt.”
Hoe dat moet weten we. Kunststoffen minder vermengen bijvoorbeeld en minder verschillende typen toestaan waardoor sortering eenvoudiger wordt. De ‘dikke’ hervulbare frisdankfles met statiegeld die we tot 2006 gebruikten was bijvoorbeeld een prima systeem, vindt Hekkert. ‘Maar herbruikbaarheid vraagt om standaardisering en daar houden marketeers niet van. Zij willen vrijheid in ontwerp zodat hun product onderscheidend is. Bovendien ligt de grootste last bij een partij die zelf geen voordeel ziet: de supermarkt.’
‘Vooruitgang associëren we met gemak, bezit en welvaart’
Syberg gelooft dat nieuwe chemische recyclingtechnieken de opbrengst aan kwalitatief hoogwaardig plastic zal verbeteren. ‘Maar een bijna perfect recyclingsysteem dat voldoende grondstoffen in de cirkel houdt, is onrealistisch, zeker in de nabije toekomst.’ Jaarlijks groeit de wereldwijde grondstoffenvraag nog altijd met vier procent door een groeiende bevolking en toenemende welvaart. Terwijl we juist minder grondstoffen moeten gebruiken en minder afval moeten produceren.
Vooruitgang
Het verleden kan een inspiratiebron zijn voor de circulaire economie. Denk aan die hervulbare statiegeldfles. En waarom wegwerpoperatiematjes gebruiken terwijl ‘ouderwets’ wassen van stoffen matjes ook kan? Zuinigheid, nog zoiets van vroeger, helpt ook. Tweeduizend apotheken werken inmiddels samen in het online platform Pharmaswap. Ze wisselen zo geneesmiddelen uit die over datum dreigen te raken. Het Radboudumc in Nijmegen spaarde al € 600.000 uit door niet-gebruikte medicatie na kwaliteitscontrole aan nieuwe patiënten te verstrekken.
Maar ouderwets is zeker niet de enige optie, benadrukt Hekkert. Kijk naar het product van het jaar 2022. Dat is sodastream: een toestel waarmee je thuis frisdrank maakt uit kraanwater. Scheelt een hoop plastic flessen en vervoer van water. Een voorbeeld van Reduce door creatief omdenken.
Gemak werkt
De overgang naar de circulaire economie geen kwestie is van uitfaseren en opschalen zoals in de energietransitie, aldus Hekkert. Omdenken, rethink, is daarom misschien wel de belangrijkste R uit het rijtje. ‘Neem je wasmachine. Ook in de circulaire economie is die machine nodig. Maar je leaset die wellicht of deelt een apparaat met buren. Het draait dus lang niet alleen om technologische innovaties.’ Maar zoiets zien we vaak niet als een positieve ontwikkeling, als vooruitgang. ‘Vooruitgang associëren we met gemak, bezit en welvaart’, zegt Hekkert. Maar de vooruitgang die de circulaire economie brengt ligt niet direct op individueel niveau en vaak pas in de toekomst. Denk aan droge voeten houden, een leefbaar klimaat en ook zomers voldoende water in de rivieren.
Creatief omdenken is nodig om de duurzame keuze zo makkelijk en aantrekkelijk mogelijk maken. Hekkert: ‘Ik ben zelf eerder van de school dat het consumeren best een tandje minder kan en dat iets extra’s doen voor het milieu en klimaat geen probleem is. En veel mensen denken dat met mij, maar biedt je gemak, dan loopt het vanzelf.’
‘Marketeers houden niet van standaardisering’
Voorbeelden zijn er al: compacte lichtgewicht wasstrips bijvoorbeeld in plaats van grote plastic flessen met vloeibaar wasmiddel. En kleine oplosbare tabletten wasverzachter of allesreiniger als navulverpakking. Maar denk ook aan tweedehandskleding en huishoudelijke spullen die inmiddels niet meer alleen bij de lokale kringloopwinkel, maar ook online via Marktplaats of het hippe Vinted te koop zijn. Er is ook een groeiende markt voor refurbished apparatuur. Niet alleen in laptops en telefoons, maar ook in complexe apparatuur zoals mri-scanners en chemische procesapparatuur. Maar, stelt Hekkert, we komen er niet zonder de R van Refuse en Reduce. ‘Het misschien minder gemaksvriendelijke verbod op plastic tasjes of wegwerpbekers spaart echt heel veel grondstof.’
En Hekkert benadrukt nogmaals de noodzaak. ‘Anders dan de CO2-uitstoot staat de circulaire economie er niet goed voor. We zijn meer gaan recyclen, maar in 2019 was 9,1 procent van de Nederlandse economie circulair, in 2021 was dat 8,6 procent. We gaan dus de verkeerde kant op.’
Alle R’-en op een rijtje
Eind jaren ’70 kwam er een standaard voor afvalbeleid: de zogeheten Ladder van Lansink. Politicus Ad Lansink rangschikte oplossingen naar wenselijkheid: 1. Preventie 2. Hergebruik 3. Recycling 4. Verbranden 5. Storten. In de afgelopen decennia is deze ladder gecombineerd met ideeën uit de circulaire economie, met name van de Ellen MacArthur Foundation. Zo is Lansinks ladder geëvolueerd tot de ‘R-ladder’ die oplossingen en strategieën voor de circulaire economie rangschikt naar voorkeur. Visueel wordt de ladder ook meestal als cirkel gepresenteerd.
Basis van de R-ladder zijn de drie R’s van Reduce – Reuse – Recycle, maar er zijn de nodige R’s toegevoegd. Vóór Reduce komt bijvoorbeeld Refuse en Rethink: bedenk eerst of het product in kwestie wel gemaakt moet worden en of er geen duurzamere alternatieven mogelijk zijn (Redesign). De R van Reuse is uitgesplitst in een hele reeks: Repair, Refurbish, Remanufacture, Repurpose. De optie ‘verbranden’ uit de originele ladder is omgedoopt in Recover, maar valt er eigenlijk buiten omdat het geen circulaire optie is. Dat geldt zeker voor ‘storten’ dat daarom ook niet in de R-ladder voorkomt.
Nog geen opmerkingen