In Nijmegen is een verbeterde methode ontwikkeld om de echtheid van Italiaanse kwaliteitswijn te checken. Door wat meer statistiek op de gebruikelijke testmethoden los te laten wordt de kans op fouten een stuk kleiner, schrijven Lutgarde Buydens en collega’s in een stuk dat door Analytica Chemica Acta online is gezet.
<>Die gebruikelijke methode kijkt naar isotoopverhoudingen: D/H, 13C/12C en 18O/16O. Die waarden zijn onder meer afhankelijk van de grond waarop de druiven zijn gekweekt, en van het weer in het oogstjaar. Elk jaar worden druivenmonsters genomen in de verschillende wijngebieden, waar dan op gecontroleerde wijze wijn van wordt gemaakt.
Vervolgens worden 5 verhoudingen gemeten: D/H in het niet-OH-uiteinde van de ethanolmoleculen, D/H in het OH-eind, de verhouding tussen die twee waarden, en de 13C/12C en 18O/16O verhoudingen. De geconstateerde waarden worden opgeslagen in een Europabrede databank. Wordt daarna wijn aangeboden met een DOC-aanduiding op het etiket, die aangeeft dat het product uit een bepaalde streek komt, dan kun je die claim verifiëren door de isotoopverhoudingen te vergelijken met die uit de databank.
Probleem is alleen dat volgens het huidige protocol alle 5 de waarden moeten kloppen, anders is de wijn vals. En het eindresultaat van 5 maal testen met telkens 95 procent betrouwbaarheid is een betrouwbaarheid van slechts 77 procent - onaanvaardbaar laag.
Buydens en collega’s hebben nu een ‘multivariate’ statistisch model ontwikkeld waarin je de 5 afzonderlijke verhoudingen tegelijk kunt invoeren. Het maakt gebruik van de zogeheten Mahalanobis-afstand, en het voordeel is dat het de verschillen tussen wijnen uit verschillende regio’s sterk uitvergroot. Om het model ‘af te stellen’ zijn 5.220 oude wijnmonsters uit die Europese databank gebruikt.
De auteurs denken nu ook wijnen correct te kunnen identificeren uit streken, waar de isotopenverhoudingen van nature sterker uiteenlopen dan normaal.
bron: RUN
Nog geen opmerkingen