We zijn misschien doorgeschoten in ons streven naar meer status voor de exacte vakken en beroepen, betoogt hoofdredacteur Erwin Boutsma. We hebben Ben Feringa’s én Daan Roosegaardes nodig.
Bij onze koffieautomaat hing vroeger een ingezonden brief uit de NRC, waarin een cultureel antropoloog klaagde dat ze met haar doctorstitel de billen van bejaarden moest wassen, omdat er geen droog brood te verdienen viel met haar kennis van handbogen van stammen in het Amazoneregenwoud. Ze nam het haar ouders kwalijk dat die haar hadden gestimuleerd vooral te doen wat ze écht leuk vindt. ‘Het slechtste advies dat ik ooit kreeg’, was haar conclusie.
Ik moest eraan denken toen ik laatst in de Volkskrant een artikel las over het streven naar het hoogste in het onderwijs en de daarmee samenhangende tanende belangstelling voor het profiel Cultuur & Maatschappij – zeg maar de vakken waarmee je cultureel antropoloog kunt worden. Die vakken staan tegenwoordig lager op de ladder van aanzien; leerlingen associëren exacte wetenschappen met ambitie en prestatie, twee zaken die steeds belangrijker zijn in onze maatschappij.
Dat laatste is niet alleen perceptie, het is ook wetenschappelijk onderbouwd. Huidige generaties hebben een aanmerkelijk hoger streefniveau, blijkt uit een internationale studie onder 41.000 studenten. Scholen spelen daarin een grote rol door leerlingen te motiveren zichzelf te ontworstelen aan de calvinistische zesjescultuur met de introductie van ‘plusklassen’. Het hoger onderwijs kent zaken als honeursprogramma’s en researchmasters. Die zijn vrijwel altijd gericht op exacte wetenschappen. Nerd is the new cool.
Dit tijdschrift staat elke maand vol met nerds die het hoogste nastreven of al hebben bereikt in hun vakgebied. Neem Jolanda de Vries, hoogleraar translationele tumorimmunologie en drijvende kracht achter een veelbelovende behandelmethode voor melanoom. Of labmanager Brigitta Witte, die elke kans greep om zich te ontwikkelen en inmiddels een ‘spin in het web’ is bij Charles River Laboratories. En wat te denken van hbo-docent Vincent Voet, die publiceert in een wetenschappelijk vakblad, vaak beschouwd als het exclusieve domein van universiteiten?
Een dergelijk streven naar het beste in jezelf is geen slechte eigenschap per se. Het stuwt de mensheid vooruit. Daarmee kweken we Ben Feringa’s en Elon Musks.
Maar die nadruk op presteren blijkt ook grote nadelen te hebben. Omdat leerlingen en studenten onderwijs en zorg als minder prestigieus zien, ontstaan daar grote tekorten. Sociale ongelijkheid tussen de cans en cannots groeit. In het kielzog van prestatiedruk volgt een groeiend perfectionisme, met toenemend gebruik van antidepressiva onder jongeren als gevolg. En met het streven naar het hoogste, kweek je ‘egoïsten die alleen maar willen winnen’, aldus Jeroen van Baar, auteur van De prestatiegeneratie.
We zijn doorgeschoten. Ik voorzie binnenkort een Cultuurpact als tegenwicht voor het Techniekpact, waarin de lof bezongen wordt van de culturele antropologie, de filosofie en de kunsten.
Terecht, want het leven heeft ook kleur nodig. Pragmatici én dromers. Bèta’s én filosofen. Ben Feringa’s én Daan Roosegaarde’s. Elon Musks én Iris van Herpens.
Nog geen opmerkingen