Windenergie is booming business en ook Nederland grijpt zijn kansen. Zo verschijnt in 2019 voor de Zeeuwse kust Borssele, het grootste windmolenpark ter wereld. De naam doet mij vooral denken aan een heel ander energietijdperk. Tegelijkertijd staat dit park momenteel te boek als het goedkoopst te realiseren windpark. Met prijzen zo laag als 5,45 cent per kilowattuur verwacht een opgetogen demissionair minister Kamp dat het tweede deel van dit windpark 7,5 jaar na aanleg al geen subsidie meer nodig heeft. Het geeft aan dat duurzame energie – niet alleen wind- overigens, maar ook zonne-energie – na jarenlange mega-investeringen een betaalbaar plateau aan het bereiken is.
Maar daarmee dringt ook de tijd voor de vraag: wat te doen met dit hevig fluctuerende energie-aanbod? Al jarenlang spant waterstof de kroon als belofte, zelfs Shell noemt het ‘veelbelovend’. Dat is niet onlogisch als je bedenkt dat het Haber-Bosch-proces al sinds jaar en dag syngas oplevert – een mengsel van H2 en CO – en ook bij het kraken van aardolie H2 benut wordt. Maar, zoals Wiebren de Jong in zijn interview opmerkt (zie interview ‘Bruggen bouwen op elke schaal’ in deze editie), is er nog steeds geen goede infrastructuur voor waterstofopslag en -distributie. De stof mag dan wel de grootste energiedichtheid hebben per kilo, maar zie die kilo maar eens netjes te verpakken.
Het is daarmee aanlokkelijk om die energie op te slaan in een ander, makkelijker te verhandelen molecuul. Opties die voorbijkomen zijn onder meer methanol, ammoniak, mierenzuur en koolstofdioxide. Aan die laatste optie besteedt dit C2W ruimschoots aandacht, misschien wel juist omdat je er relatief weinig over hoort. CO2 is natuurlijk ruimschoots beschikbaar, maar je moet het nog wel in werkbare vorm in handen krijgen (zie hetzelfde interview en het artikel ‘Dragers voor waterstof gezocht’). En ook mag van hogerhand de impuls om iets anders te doen met CO2 dan uitstoten niet ontbreken om dit proces echt op gang te krijgen.
En waarom H2 en CO2 niet combineren tot mierenzuur? Dat is een bekende bouwsteen voor de chemische industrie en ook te gebruiken als brandstof. Zo hoopt Team Fast, bestaande uit studenten van de TU/e, deze zomer een bus te lanceren die op mierenzuur rijdt. Ik ben benieuwd of het voor dit doel loont om waterstof eerst om te zetten in mierenzuur. Volgens het team, zo schrijft NRC, is het zeker de moeite waard. Voorlopig houd ik alle opties nog open.
Nog geen opmerkingen