Begin dit jaar dook ik weer het zwembad in voor mijn wekelijkse baantjes. Na een vakantiestop kon ik mijn zwembril zo gauw niet vinden, dus moest ik het een keertje zonder doen. Daar had ik direct spijt van: ik had nog maar een paar baantjes getrokken en mijn ogen kleurden gevoelsmatig al knalrood en raakten geïrriteerd. Ik had deze bijverschijnselen altijd toegeschreven aan een te hoge concentratie chloor in het zwembadwater. In werkelijkheid gaat het om een reactie van natriumhypochloriet met ureum tot chlooramines. Diezelfde amines kunnen ook zorgen voor huidirritaties en veroorzaken die overbekende zwembadgeur. Kunnen we niet zonder chloor?

 

In dit kader werd ik getriggerd door een bericht van de TU Delft over het doctoraat van Marjolein Peters, die werkt aan uv-desinfectie. Door inzet van ultraviolette straling kun je toe met een lagere natriumhypochlorietconcentratie (met als doel een chloorvrij zwembad) en bijkomend voordeel is dat uv-licht chlooramines afbreekt. Op labschaal werkt de methode en een pilot moet gaan uitwijzen of dat in de praktijk ook zo is.
Een kijkje op het internet leek te suggereren dat uv-desinfectie diezelfde praktijk al gehaald heeft. Maar dat blijkt te vroeg gejuicht: via-via geraak ik bij Hellebrekers Technieken waar ik Maarten Keuten aan de lijn krijg, die – en dat was echt een pure toevalstreffer – blijkt te werken aan datzelfde Dutch Innovative Pool-project als Peters. Keuten noemt de techniek ‘veelbelovend’, maar nog niet klaar voor de praktijk. En het is nog wachten op financiering voor de pilot, die hij dolgraag wil starten. Als zijn plan werkt dan kan hij met Hellebrekers de zwembadwereld inderdaad, zoals de bedrijfswebsite het zelf beschrijft, op zijn kop zetten. En dan moet er nog één horde genomen worden, die van de wetgeving rondom openbare zwembaden. Die verplicht namelijk tot het gebruik van chloor.
Vaker gaat het andersom. ‘Strengere richtlijnen hebben een enorme impuls gegeven aan ontwikkeling van nieuwe niet-gehalogeneerde vlamvertragers’, vertelt Jan-Pleun Lens van FRX Polymers (zie artikel ‘Vlamvertragers houden vuur in bedwang’). Uit mijn interview met Jacob de Boer van de VU in Amsterdam spreekt zijn frustratie over de vertragende tactiek van de industrie bij het doorvoeren van milieuvriendelijkere alternatieven (zie interview ‘Van buiten naar binnen’). Maar deze verhalen alleen zouden de chemische industrie geen recht doen. Zo werkt een Iers bedrijf aan een tweede kans voor zijn whisky-afval (zie artikel ‘Rijden op whisky-afval’). De eerste pilot hiervoor vond plaats in Antwerpen.
Tot slot werken academie en industrie samen aan nog schoner drinkwater (zie artikel ‘Membranen tegen microvervuiling’). Waarbij vooral de vraag rijst of het betaalbaar kan, want geschikte membranen zijn er al. Soms moeten we ook als consument meer over hebben voor een gezonder milieu, en de wetenschap kan ons helpen die kosten binnen de perken te houden.

Puck Moll, vak-/eindredacteur C2W, pmoll@c2w.nl

Wilt u ook reageren op een artikel in C2W? De redactie is te bereiken via redactie@c2w.nl