Ik wond me onlangs op over een plaatje van een vegaburger met daarnaast een homp gehakt. Onder de vegaburger stond een lijst met zestien ingrediënten, zoals water, erwteneiwit, zout, kokosolie en appelextract. Onder de homp gehakt stond enkel: beef (het was een Amerikaans plaatje). Ene Timo twitterde daarover: ‘Ik schrik me doorgaans een hoedje van de ingrediëntenlijst bij vegaproducten. Dat kan niet goed zijn.’

 

Twitteraars aan het andere uiterste van het vlees-vega-spectrum reageerden woedend. Voor een ‘eerlijke vergelijking’, briesten ze, moeten we het voedsel van het dode dier óók meetellen. Oftewel, de homp vlees bevat eigenlijk ook nog soja, poedervoer, krijt, maïs, zout, vetten, antibiotica en wat al niet meer. Zo bezien is ook de homp vlees reuze ongezond.  

Beide redenaties slaan als een tang op een biologisch varken, maar ik raad aan dit niet op Twitter te zeggen, tenzij u graag wat levensjaren prijsgeeft aan de stress. Bij discussies over voedsel draait het sowieso zelden om wetenschappelijke onderbouwing. Elke antropoloog weet dat voedsel veel meer is dan een pakketje voedingsstoffen en calorieën. Mensen van alle tijden en culturen gebruiken voedsel als manier om zich te onderscheiden en betekenis te geven aan hun bestaan. Dat kan een rationele oorsprong hebben. Zo denken sommige antropologen dat het taboe op varkensvlees in het Midden-Oosten voortkwam uit voedselschaarste: het varken en de mens hebben ongeveer hetzelfde dieet, ze zijn dus elkaars concurrenten. Het voortbestaan van het taboe heeft daarmee echter weinig te maken. Een moslim of Jood die tegenwoordig varkensvlees weigert te eten, doet dat uit religieuze overwegingen en omdat dit met de paplepel is ingegoten. Het onderscheidt moslims en Joden van anders gelovenden.  

Bij discussies over voedsel draait het zelden om wetenschappelijke onderbouwing

Voor de deelnemers aan het Twitter-fittie geldt hetzelfde: het wel of niet eten van vlees- of vegaburgers is in ons gepolariseerde land niet simpelweg een rationele keuze, maar ook een beslissing die onderstreept bij welke ‘clan’ mensen zich scharen. Roep je dat vegaburgers voor konijnen zijn? Dan is de kans groot dat je in het stikstofconflict partij kiest voor de boeren, dat de energietransitie je te snel gaat en dat je politiek conservatief stemt. Schaar je je luidruchtig bij de veganisten, dan is de kans groot dat je sociaal-politieke voorkeur ook tegengesteld is. Met ratio heeft dat minder te maken dan met emoties en levensovertuiging. 

Toch wel benieuwd naar de ingrediënten van de doorsnee hamburger kocht ik er vandaag eentje in mijn supermarkt. Ter vergelijking kocht ik ook een paar veganistische exemplaren. Het vleesproduct bevatte 25 ingrediënten, het nepvlees 26. Beide burgers smaakten even slecht.