De veiligheid van stoffen is geen simpel onderwerp, maar hoofdredacteur Esther Thole ziet toch enkele ‘simpele’ oplossingen. 

In NRC verschijnt de rubriek Zo simpel is het niet. Een heerlijke titel vind ik dat. Hoe aanlokkelijk het ook is om de zaken simpel voor te stellen, het werkt juist contraproductief. Het leidt eerder tot meer ideologische discussie dan tot een daadwerkelijk effectieve aanpak van een probleem. Onderkennen dat we iets niet zomaar kunnen oplossen, betekent niet dat je niks meer kunt of moet doen. Integendeel. Het kan helpen om de focus te verleggen en je te concentreren op zaken die wel binnen bereik liggen.

Dit is een wat lange route naar een onderwerp waar ik eigenlijk nooit veel trek in heb, namelijk de veiligheid van stoffen. De ogenschijnlijk simpele vraag: ‘Is het veilig?’ vormt in werkelijkheid een immens probleem. Hoe graag bestuurders, politici, patiënten, ondernemers, gebruikers, producenten, ngo’s, consumenten — kortom, wij allemaal— ook willen dat ‘veilig’ een absolute, meetbare grootheid is, dat maakt het nog niet tot realiteit.

‘Maar wát meten we en wéten we vervolgens?’ 

Sterker nog, door te blijven hameren op nog meer testen, nog meer onderzoek, nog meer regels (waar je je vervolgens achter kunt verschuilen) wordt alleen maar de indruk gewekt dat die absolute veiligheid haalbaar is. Al snel wordt het ‘meten is weten’ cliché van stal gehaald. Maar wát meten we en wéten we vervolgens? En dragen die inzichten bij aan de zo gewenste veiligheid? Twee recente, maar heel verschillende voorbeelden die mij niet positief stemmen.

In Chemistry World las ik dat ECHA, het EU-agentschap voor chemische stoffen, tea tree olie als reprotox wil classificeren. Deze natuurlijke olie wordt gebruikt in cosmetische producten en als fungicide. Uit studies in ratten, konijnen en honden (over hun veiligheid gaat het dan even niet) blijkt dat er negatieve effecten te zien zijn op het sperma, vooral bij de ratten. Voor de duidelijkheid: al deze dieren kregen de olie in relatief hoge doseringen gevoerd, terwijl het door mensen uitwendig wordt gebruikt in veel lagere doseringen. Tja. Dan meet je wel iets, maar wat zegt dat dan?

Voorbeeld twee. Een ontluisterende reportage in NRC die laat zien hoe de tankcleaningsector veiligheid interpreteert. Werknemers die zonder goede beschermingsmiddelen en zonder voldoende kennis op goed geluk (maar met soms ernstige gevolgen) tanks leeghalen en reinigen, ondernemers die de grenzen van de wet opzoeken en er overheen gaan, opdrachtgevers die zich niet verantwoordelijk achten, inspectiediensten die te weinig slagkracht hebben, falende handhaving en natuurlijk financiële belangen leveren een letterlijk explosieve mix.

En dat terwijl er hier echt geen sprake is van een gebrek aan meetgegevens, regels en voorschriften. Aan de industriële chemicaliën die in die tanks worden vervoerd, valt niks meer te meten om ze veiliger te maken. Daarvoor zijn we zelf aan zet. Op een verantwoordelijke manier te werk gaan, je aan de regels houden en blijven nadenken of die regels nog wel voldoen, zou al enorm helpen. Of denk ik nou te simpel?