Wetenschappers reizen van oudsher de wereld over voor congressen, onderzoek op locatie en fellowships. Dat kan milieubewuster, vindt Koen Scheerders. Geeft het coronavirus een duw in de juiste richting?

Van oudsher reisde de wetenschapper wat af. Op congressen ontmoette hij of zij collega’s, presenteerde er resultaten en beklonk er samenwerkingen. De bioloog of geoloog deed werk op locatie. En de meeste hoogleraren met een gastbetrekking bij een andere universiteit werden regelmatig verwacht op hun tweede stek. Reizen hoorde bij het academische leven; niet altijd essentieel, maar vaak een welkome afwisseling, en in elk geval volkomen ingeburgerd.

Volgens een schatting van De Jonge Akademie waren academische reizen, van snoepreisjes tot essentiële trips, tot de uitbraak van het coronavirus verantwoordelijk voor 12 tot 27 % van de CO2-uitstoot van Nederlandse universiteiten. Daardoor vinden steeds meer academici het reisgedrag van hun collega’s niet meer verantwoordelijk en nemen universiteiten maatregelen om reizen te verduurzamen. Toch weerspiegelt het beleid die trend niet helemaal. Want hoewel duurzaamheid ook in de wetenschap bezig is aan een opmars, worden maatregelen maar moeilijk concreet. Bovendien is er structureel te weinig geld voor échte verduurzaming: maatregelen blijven vaak beperkt tot een CO2-compensatie of het instellen van een minimale vliegafstand. Daarvan zijn de effecten twijfelachtig: de uitstoot is vooral het gevolg van intercontinentale vliegreizen.

Sinds de pandemie een eind maakte aan de meeste internationale evenementen, verplaatsten de meeste vergaderingen en congressen zich naar een online omgeving. Soms is dat vervelend, want een echte ontmoeting is vaak effectiever en waardevoller dan een online meeting. Ook vanwege netwerken heeft reizen soms nog steeds de voorkeur. Daarom kijken veel wetenschappers uit naar een tijd waarin ze weer vrij kunnen reizen.

Toch moeten we onderkennen dat veel vergaderingen, congressen of nascholingen ook prima vanuit huis te volgen zijn. Nu we leren leven met het coronavirus is daarom de tijd aangebroken om door te pakken. Om de voordelen van vliegen te minimaliseren voor academische carrières door rekening te houden met verantwoord reisgedrag, ook bij het toekennen van beurzen. En door academische reisbureaus in te stellen die beoordelen of een reis essentieel is, en voor Europese trips standaard kiezen voor de trein.

Niet alle academische reizen zijn snoepreisjes, maar in het afgelopen jaar hebben we geleerd dat niet álle reizen essentieel zijn. Wat zou het fijn zijn als we die kennis gebruiken voor het structureel verduurzamen van de academische wereld. Dat is nu misschien makkelijker dan ooit.

Koen Scheerders is biomedisch wetenschapper en wetenschapsjournalist

Onderwerpen