Eén voordeel van wetenschappelijk overleg via Zoom: je kunt stiekem jargon googelen.

Zelfs als je zelf in beeld bent, kun je geïnteresseerd blijven knikken, terwijl je haastig door Wikipedia bladert om erachter te komen wat anti-Markovnikov-additie nou ook alweer was.

Ik ben niet zo’n fan van jargon. Toen ik mijn masterscriptie schreef, kreeg ik zelfs het commentaar dat ik ‘te weinig’ jargon gebruikte, omdat ik probeerde alles zo toegankelijk mogelijk uit te leggen. Nu kan ik de voorkeur voor jargon in een wetenschappelijke publicatie of scriptie wel begrijpen. Je wilt tenslotte dat je stuk gelezen wordt door mensen die met hetzelfde onderwerp bezig zijn. Mochten zij in een Zoomoverleg stiekem wetenschappelijke begrippen googelen, dan vinden ze meteen jouw artikel.

Toch leidt jargon het grootste deel van de tijd af van de boodschap die je wilt overbrengen. Met name als je mensen van buiten je onderzoeksgroep of het vakgebied wilt bereiken, kunnen onbekende begrippen erg afleiden. Zelfs als je meteen daarna uitlegt wat het betekent. De mensen die bij ‘synthetisch’ aan ongezond, vervuilend en fluorescerend roze denken, hebben zodra je dat woord gebruikt een bepaald beeld in hun hoofd. Zie dan nog maar eens je verhaal over duurzame chemie over te brengen.

Het is makkelijk om te vergeten welke woorden worden beschouwd als jargon buiten je eigen vakgebied. Ik vertelde een vriend eens een verhaal over een interessante katalysator, maar dat deed hem vooral aan zijn auto en de opkomende APK denken. Toen ik hier verder onderzoek naar ging doen, kwam ik er ook achter dat mijn niet-chemische vrienden bij ‘ester’ dachten aan hun buurvrouw, bij ‘excited state’ aan hoe ze zich voelden toen ze laatst die promotie hadden gekregen en bij ‘mol’ aan een dier dat gaten maakt in je achtertuin.

Het is verleidelijk om mensen die denken dat ‘organische chemie’ een soort scheikunde zonder bestrijdingsmiddelen is, af te schilderen als onwetend of dom, maar ik denk niet dat dat eerlijk is. Ik spreek ook geen Russisch, maar dat heeft niet zoveel te maken met mijn intelligentie. Zo heeft scheikunde zijn eigen taal die niet iedereen spreekt. Zelfs binnen een onderzoeksgroep spreekt ieder zijn eigen ‘dialect’.

Je kunt meer mensen bij je verhaal betrekken als je jargon vermijdt waar het kan. Hoe doe je dat? Dat kun je misschien googelen tijdens een volgende Zoommeeting.

Jenny Hasenack, projectleider KNCV

Onderwerpen