Wetenschap kent idealiter geen grenzen, maar voor wetenschappers zijn die er wel degelijk. Hoofdredacteur Esther Thole verdiepte zich in de Henley Index en het paspoort-privilege. 

Wetenschap kent geen grenzen, zo wil het mantra. Kennis en ideeën moeten vrij over de wereld kunnen reizen. Zeker in de chemie gaat dat best makkelijk, dankzij de universele taal van structuurformules en reactievergelijkingen. Of je nou in België, India of Syrië chemisch onderzoek doet, je kunt elkaars werk al snel begrijpen en gebruiken. Maar in hoeverre die chemici uit België, India of Syrië zelf eens over de grenzen hun kennis kunnen delen en vergroten verschilt nogal.

Dat heeft alles te maken met het zogeheten paspoort-privilege. Het wát? Wie privileges heeft, merkt ze vaak niet op, terwijl diegenen die ze niet hebben, dat maar al te goed weten. Nou gok ik dat de meesten van jullie een Belgisch of Nederlands paspoort hebben en dat het merendeel al vanaf hun geboorte over dit paspoort beschikt. Zonder daar ook maar iets voor te doen of te presteren, heb je daarmee een ongekend krachtige status verkregen.

Want met een Belgisch of Nederlands paspoort kun je vrijwel ongelimiteerd reizen. In de Henley Index — een internationale ranglijst van paspoorten — staan België en Nederland op een gedeelde derde plaats met 192 bestemmingen waar ‘we’ zonder visum welkom zijn, ter plekke een visum krijgen of met een vooraf verleende travel authority (zoals de ESTA voor de VS) naar binnen mogen. De verschillen met de nummers 1 en 2 zijn marginaal, respectievelijk 194 en 193 bestemmingen. Om dat even in perspectief te plaatsen: een Chinees paspoort geeft vrije toegang tot 85 bestemmingen, voor een Indiaas paspoort zijn dat er 61, terwijl houders van bijvoorbeeld een Afghaans, Syrisch of Pakistaans paspoort amper 30 bestemmingen visa-vrij kunnen bezoeken. Bovendien liggen die toegankelijke bestemmingen vooral in de eigen regio of de eigen geopolitieke-sfeer en zijn andere delen van de wereld in de praktijk onbereikbaar.

‘Wie privileges heeft, merkt ze vaak niet op’ 

Op basis van de Henley Index lieten Mayank Chugh en Tiffany Joseph onlangs in Nature zien dat deze hindernissen leiden tot een Global Mobility Divide. Inwoners van het Westen en enkele rijke Aziatische landen kunnen gaan en staan waar ze willen, terwijl je met een paspoort uit de Global South de grootste moeite moet doen om buiten je eigen regio te reizen. Zo biedt bijvoorbeeld geen enkel Afrikaans paspoort visum-vrije toegang tot wetenschappelijke hotspots als Duitsland of de VS. Wie toch wil afreizen, krijgt te maken met omslachtige, tijdrovende en kostbare aanvraagprocedures. En dat belemmert de gewenste vrije uitwisseling in de wetenschap, aldus het Nature-artikel. Want voor wetenschappers met paspoorten met beperkte reikwijdte wordt het zo wel heel lastig om conferenties te bezoeken of op vacatures te reageren.  

Daarom is het belangrijk dat onderzoekers met een top-ranking paspoort zich dit realiseren als ze congressen organiseren, beurzen voor gastonderzoekers bieden of vacatures hebben. Geef mensen dan ook de kans om te komen, stellen Chugh en Joseph. Hou rekening met de tijdrovende administratieve procedures en help kandidaten en deelnemers daarmee. Of organiseer eens een conferentie in een land waar wel veel mensen makkelijker (en wellicht goedkoper) naartoe kunnen reizen. Kijk eens naar de Global South voor een volgende internationale meeting. En maak die grenzeloze ambities ook in de praktijk waar.