Columnist Jenny Hasenack weet dat taal geen invloed heeft op moleculen. Toch maakt het voor de communicatie over die moleculen nogal uit voor welke taal je kiest.
‘This is terrible, OK?’ De Italiaanse keek me aan en scrolde verder door mijn literatuurscriptie. Nu vond ik het zelf ook nog niet mijn beste werk, maar terrible? Ik had eerder een genuanceerde feedbackzin verwacht, als ‘Misschien kun je de grafiek wat meer context geven, want zo is het onduidelijk’. In plaats daarvan kreeg ik een duidelijk oordeel, maar weinig uitleg.
Ik denk vaak na over deze interactie als de discussie gaat over het gebruik van Engels op Nederlandse universiteiten. Er gaat zoveel nuance verloren wanneer mensen in hun tweede (of derde, vierde) taal spreken. En soms maakt dat echt uit, bijvoorbeeld bij een feedbackgesprek. Of dat de waanzinnige kwaliteiten van een nieuwe katalysator uitgebreider uitgelegd kunnen worden dan ‘It is very nice’.
Werken in het Engels is meer werk. Aan de taal, natuurlijk, maar nog veel meer aan het leren begrijpen wat iemand echt bedoelt. Want ook als beide partijen de taal vloeiend spreken, gaat er informatie verloren. Ik denk dat we, als allebei Engels spreken, makkelijker vergeten dat culturele verschillen nog steeds meespelen.
‘Ik vind het een verrijking om te kunnen werken met en leren van niet-Nederlanders’
Als een Amerikaan Engels tegen me praat, komen we nog steeds uit twee verschillende culturen en dat beïnvloedt ook de taal. ‘This is not bad’ betekent in het Amerikaans Engels (‘This is actually pretty bad’) echt iets anders dan in het Nederlands Engels (‘This is amazing’). Als ik mijn Iraanse vriendin hulp aanbied en ze zegt ‘No, thank you’ dan betekent dat ‘Ja graag, maar vraag het me eerst nog twee keer’, want een aanbod meteen accepteren is onbeleefd.
Toch ben ik niet tegen Engels als voertaal op universiteiten. Ik vind het een verrijking om te kunnen werken met en leren van niet-Nederlanders. Gek genoeg ook om meer te weten te komen over mijn eigen land. Zo leerde ik van een Griekse vriend dat “weglachen” een typisch Nederlands woord is – en dat ze in Griekenland (en elders) dingen dus ook niet weglachen. Dit is ook meteen een goed argument om wél te stimuleren om Nederlands te leren, omdat je door de taal een cultuur pas echt goed kan begrijpen.
We denken soms dat de bèta-wetenschap geen last heeft van al die nuance, omdat resultaten meetbaar zijn en moleculen zich niet laten beïnvloeden door iets menselijks als taal. Toch bespreken we resultaten en verwachtingen voornamelijk door met elkaar te praten en daarom moeten we hier over blijven nadenken. Ik heb in ieder geval destijds weinig duidelijk gemaakt door alleen een grafiek zonder context te laten zien.
Nog geen opmerkingen