Kunst is in. Het aantal museumbezoeken neemt toe, niet alleen op gesubsidieerde plekken (zie Mediapagina), maar vooral ook bij privémusea. Kijken naar kunst vanuit je luie stoel is blijkbaar evengoed een optie, waar televisiemakers gretig op inspelen. Sinds september is Het geheim van de meester op de buis. Een programma dat iets wegheeft van een spannende detective, waarin een team deskundigen zo nauwkeurig mogelijk een kunstwerk probeert na te maken en ondertussen meer te weten probeert te komen over het verhaal achter het doek.
Zonder chemicus kun je in zo’n situatie niet uit de voeten. Dus versterkt materiaalwetenschapper Joris Dik van de TU Delft het team. Hij werkt al jaren nauw samen met onderzoekers van de Universiteit Antwerpen, en in deze editie belicht Geert van der Snickt de laatste ontwikkelingen op het gebied van macroscopische röntgenfluorescentie, kortweg MA-XRF. Al diverse Van Goghs kregen nieuwe ‘gezichten’; zo bleek onder een rustiek bloemstilleven een boksgevecht schuil te gaan. En recentelijk moest Saul en David van Rembrandt eraan geloven. Zelfs het Mauritshuis, de statige en trotse eigenaar van dit fraaie werk, noteert op zijn website: ‘Door de nieuwste onderzoekstechnieken had het onderzoek veel weg van Crime Scene Investigation.’ Hoe het verder ging, lees je op pagina 20 ‘Chemische bril voor onzichtbare geschiedenis’.
Het doet me denken aan de hype rondom forensische chemie een paar jaar terug. Inmiddels hoor ik er weinig meer over, maar in die tijd liep het storm bij dit type studies. Naar aanleiding van, jawel, CSI. En dat terwijl analytisch chemici, begaan met dit werk, keer op keer bleven herhalen dat een goed opgeleide chemisch analist toch echt de voorkeur had. Zouden programma’s als Het geheim van de meester op hun beurt gaan zorgen voor een stormloop op kunstzinnige richtingen binnen de chemie, of ligt kunst niet zo in het straatje van de gemiddelde chemicus?
Hoe je het wendt of keert, het is goed dat dergelijke programma’s de grote massa weten te interesseren in wetenschap, vindt ook forensisch chemicus José Almirall (zie Mensenpagina). En ik had zelf tijdens mijn studiejaren graag hoogte gekregen van deze ontwikkelingen, wellicht was mijn carrière dan wel heel anders gelopen. Of heeft de techniek zo’n vlucht genomen de afgelopen jaren, dat ik me er pas voor zou zijn gaan interesseren bij de huidige technische stand van zaken?
Nee, ik denk het niet. Ergens aan willen werken komt voort uit fascinatie voor een onderwerp en erin blijven geloven. Zo vertelt Johan Hofkens in het groot interview dat hij vijfentwintig jaar geleden iemand hoorde vertellen over de mogelijkheden om een individueel deeltje in beeld te krijgen. Hij hoefde zich volgens zijn begeleider geen illusies te maken: die techniek zou zo snel niet naar Leuven komen. En nu werkt hij aan single molecule detection. Voilà, dat is pas kunst.
Puck Moll
vak/eindredacteur C2W
Nog geen opmerkingen