Soms voelt Jenny Hasenack zich ongemakkelijk door de opgelegde formaliteit die bij een promotieceremonie hoort. Maar gelukkig valt er genoeg interessants te observeren.

Jenny_halftoon

Jenny Hasenack

Een tijdje terug was ik aanwezig bij de promotie van een chemicus die ik ken. Ik was blij dat ik was uitgenodigd, maar ik word soms wel ongemakkelijk van de opgelegde formaliteit die bij zo’n ceremonie hoort. Gelukkig ben ik wel dol op het observeren van hoe andere mensen omgaan met die opgelegde formaliteit. Promotieplechtigheden hebben enorm veel geschreven en ongeschreven regels; dat levert bijna een soort toneelstuk op, waarin iedereen doet alsof iets normaal is wat ze buiten de ceremonie niet normaal vinden. Je supervisor zou raar opkijken als je hem of haar iedere keer met ‘hooggeachte promotor’ begroet bij de koffieautomaat.

Deze verdediging vond plaats in de schemerperiode tussen twee lockdowns in: de verdediging was in een fysieke ruimte met publiek, maar een deel van de promotiecommissie was aanwezig via Zoom. Qua feestelijkheid een tegenvaller, qua observatie een goudmijn. Alles is ineens anders dan je gewend bent en iedereen mag kiezen in hoeverre ze toch de ongeschreven regels naleven.

Het scherm ging aan, het eerste lid van de promotiecommissie was ingelogd. Zij zat in toga achter haar bureau, had een mooie camerahoek gekozen, goede belichting en zelfs een neutrale achtergrond.

Het tweede lid logde in. Ook hij droeg een toga, had de boekenkast achter hem opgeruimd en keek ernstig de camera in.

Het derde lid logde in vanuit een Starbucks.

Er gebeurde iets geks. De kleine, beschermde wereld waarin de formele promotieplechtigheid ‘normaal’ is en de wereld waarin koffie drinken in de Starbucks ‘normaal’ is, die gewoonlijk zo gescheiden van elkaar bestaan, werden ineens met elkaar geconfronteerd. Het was alsof we naar onszelf keken vanuit de twee venti-chai-drinkende pubers die je over de schouder van het derde lid kon zien. Het maakte dat ik me nog meer bewust werd van dit malle toneelstuk, in plaats van mijn vraagtekens te zetten bij de toch wel originele keuze van het inbellen vanuit een Starbucks.

Gedurende de hele ceremonie, terwijl de promovendus slim allerlei moeilijke vragen beantwoordde, kon ik het niet laten om steeds naar het Starbucks-scherm te kijken, dat luikje naar de echte wereld. Uiteindelijk besloot ik het luikje dicht te doen. In mijn hoofd althans. Ik kan opgelegde formaliteit dan wel ongemakkelijk vinden, maar juist doordat iemand zich er zo duidelijk niet aan hield besefte ik de meerwaarde van die formaliteit. Hoe abnormaal het toneelstuk van een promotieceremonie ook kan zijn, het is een stuk feestelijker dan een venti chai in de Starbucks.