Natúúrlijk is jouw onderzoek grensverleggend en veelbelovend, maar dat hoef je er bij hoofdredacteur Esther Thole niet zo in te peperen. En laat die Heilige Graal ook maar achterwege. 

Wie regelmatig persberichten over wetenschappelijk ‘nieuws’ ontvangt, weet dat het wemelt van de doorbraken, revoluties en gamechangers. Het zijn er zoveel dat journalisten en redacteuren, murw van al die superlatieven, vaak niet eens de moeite nemen om verder te lezen. Ronkend taalgebruik, clichématige metaforen en grootse beloftes wekken geen nieuwsgierigheid, maar laten juist alle alarmbellen afgaan. Als het nieuws met zoveel bombarie moet worden verkocht, dan zal het wel weinig om het lijf hebben.

Typisch weer het werk van de marketing-/communicatieafdeling, zo verontschuldigen wetenschappers zich vaak als je ze toch even belt naar aanleiding van zo’n persbericht en vraagt waar ze die stevige claims op baseren. En, eerlijk is eerlijk, ook (wetenschaps)journalisten zijn snel geneigd om beschuldigend naar de afdeling communicatie te wijzen als bron van het ongefundeerde geblaat.  

Maar zoals wel vaker met makkelijke aannames blijkt de realiteit toch een tikje genuanceerder. Ook wetenschappers zijn niet vies van verkooppraatjes en zien er geen been in om hun publicaties te larderen met wat sappige termen. Natuurlijk gaat het om de inhoud en Show, don’t tell is het devies, maar voor de zekerheid even benadrukken dat het echt heel innovatief / baanbrekend / veelbelovend is, dat kan geen kwaad, toch?

‘Ook wetenschappers zijn niet vies van verkooppraatjes’  

In ieder geval vond de redactie van Nature Nanotechnology het tijd om hier eens paal en perk aan te stellen. In een editorial in het juninummer getiteld Hype kills your story zetten ze uiteen waarom het gebruik van hyperbolen contraproductief is. Het leidt niet tot snellere acceptatie van je paper, maar werkt eerder afstotend. Toch zijn de hyperbolen in de wetenschappelijke literatuur in opmars. Dat is niet slechts een onderbuikgevoel bij de Nat Nanotech-redactie, het wordt gestaafd door serieuze studies waarin het taalgebruik in wetenschappelijke artikelen over langere tijd is geanalyseerd.

Zo blijkt uit een analyse uit 2015 door onderzoekers van het UMC Utrecht van alle abstracts in PubMed in de periode 1974-2014 dat het gebruik van positieve termen, denk aan novel, unprecedented en innovative, vooral sinds 1980 sterk is gestegen. Ook een Brits-Chinese studie waarin de ‘hyping’-termen in enkele honderden papers uit vier verschillende disciplines zijn geturfd laat zien dat het gebruik van woorden die de boel eens lekker vet aanzetten de laatste vijftig jaar, zeker in de natuurwetenschappen, flink is toegenomen.

Alweer in 2009 schreef Bethany Halford een hilarische bijdrage in C&EN over misschien wel de meest mallotige hype-term: de ‘Heilige Graal’. Daar zijn er inmiddels in de chemie zoveel van, dat Halford zich afvraagt of chemici niet beter hun labjas en veiligheidsbril kunnen inruilen voor zwaard en maliënkolder. Kortom, hoogste tijd om de mythes te laten waar ze horen: in de fictie. De chemie heeft meer dan genoeg interessants te bieden om ook zonder heroïsch wapengekletter een boeiend verhaal te vertellen.