Voor alles is er wel een speciale Dag en dus ook voor ‘Vrouwen en Meisjes in de Wetenschap’. Hoofdredacteur Esther Thole heeft zo haar twijfels bij dit soort Dagen.
Onlangs, op 11 februari, was het de Internationale Dag van Vrouwen en Meisjes in de Wetenschap. Ik had hier nog nooit van gehoord, totdat ik op die bewuste dag opeens allemaal LinkedIn posts voorbij zag komen van mensen die (andere) vrouwen in de spotlights zetten omdat ze wetenschapper zijn. Ik heb het even uitgezocht, maar deze Dag is in 2015 door de VN in het leven geroepen om gendergelijkheid in de wetenschap te bevorderen.
Misschien had ik in voorgaande jaren niet opgelet, maar hoe dan ook, op 11 februari vlogen de vrouwen-in-de-wetenschap me om de oren. Met daaronder veel chemici. Geweldig, want we weten allemaal dat pas wanneer je zichtbaar bent, je ook (meer) meetelt. En we weten ook dat rolmodellen belangrijk zijn om ondervertegenwoordigde groepen te bereiken en vertrouwen te geven. Als je vaker iemand ziet in wie je iets herkent, denk je sneller dat wat zij doen ook voor jou binnen bereik ligt.
Of een exacte 50/50 m/v verdeling in de wetenschap of waar dan ook het ultieme streven moet zijn, weet ik oprecht niet, maar het moet in ieder geval niet zo zijn dat de hindernissen ongelijk zijn verdeeld. Als meer zichtbaarheid van vrouwelijke wetenschappers helpt om meisjes/vrouwen met wetenschappelijke ambities ervoor te laten gaan, dan moeten we daar op alle fronten voor zorgen. Maar bij zo’n ‘Dag’ krijg ik toch een heel ongemakkelijk gevoel.
‘Je kunt ze grofweg in drie categorieën verdelen: zielig, lollig of knettercommercieel’
Het stikt van dit soort Dagen, er zijn er veel meer dan de 365 die op de kalender passen, maar je kunt ze grofweg in drie categorieën verdelen: zielig, lollig of knettercommercieel. Lollig is bijvoorbeeld de Internationale Dag van het Naakt Tuinieren (de eerste zaterdag in mei) of de Wandel-naar-je-werk-dag (4 april). Knettercommerciële dagen zijn er eindeloos veel, variërend van Valentijnsdag (14 februari) en Moederdag (tweede zondag in mei) tot de Dag van de Zonnebril (27 juni) en de Dag van de Bikini (5 juli).
Bij het onderwerp vrouwen-in-de-wetenschap denk ik niet aan ‘lollig’ en ook niet aan ‘commercieel’. Blijft dus over: ‘zielig’. Dan gaat het om Dagen die zeer terecht aandacht vragen voor mensen, dieren en zaken die te makkelijk worden vergeten en onze hulp nodig hebben. Zoals Wereldvluchtingelingendag (20 juni), Internationale Dag van de Vermiste Kinderen (25 mei) of de Wereldoceaandag (8 juni). Heel goed om deze noden onder de aandacht te brengen.
Maar wat mij betreft horen vrouwelijke wetenschappers echt niet thuis tussen de onbehandelbare ziekten, verwaarloosde kinderen of bedreigde diersoorten. Bij de Internationale Dag van Vrouwen en Meisjes in de Wetenschap krijg ik vooral sterke associaties met de Nationale Secretaressedag: een keer per jaar een obligaat bosje bloemen van de baas (m/v/x) en een toffe post op de socials. Vrouwen in de wetenschap zijn er gewoon 365 dagen per jaar. En dit jaar zelfs nog eentje extra.
Nog geen opmerkingen