Mag je dierlijke embryo’s met daarin menselijke stamcellen, ofwel chimaera, laten uitgroeien voor organen? Ethicus Henk Jochemsen, Wageningen University & Research, is tegen. Ethicus Guido de Wert, Universiteit Maastricht, is voor.

Afgelopen jaren zijn opvallende resultaten geboekt met zogenoemde chimaera, dieren of dierlijke embryo’s met een orgaan van een andere diersoort. Stanford University liet zien dat een muizenalvleesklier in een rat kan groeien. En onlangs meldde het Schotse Roslin Institute vier weken oude schapenembryo’s te hebben verkregen waarin 1 op de 10.000 cellen menselijk is. Het doel is nu het percentage menselijke cellen in die chimaera-embryo’s te verhogen tot 1 op de 100, en ze daarna te laten uitgroeien om te kijken of er inderdaad een menselijk orgaan in groeit.

 

Onbehagen

In Nederland moet je dierlijke embryo’s met daarin menselijke stamcellen na twee weken vernietigen. Maar sommige ontwikkelingsbiologen willen nu van dat mora­torium af: zij willen die chimaera verder onderzoeken. Anderen, zoals Henk Jochem­sen, bijzonder hoogleraar christelijke filosofie aan de Wageningen University & Research, wil aan het moratorium vasthouden. ‘Het grootste risico van organen in dieren kweken, is de overdracht van dierlijke virussen naar mensen’, betoogt hij. ‘Biotechnologen hebben nu wel bewezen dat je virale sequenties in het DNA van de dieren kunt uitschakelen met CRISPR-Cas, maar kennen ze alle dierlijke virale sequenties?’ Daarnaast is niet voorspelbaar welke stukken DNA spontaan gaan uitwisselen en muteren als een menselijk orgaan in een dier groeit.

Tegelijkertijd vindt Jochemsen het ‘geen sentiment of onzin’ dat chimaera onbehagen bij veel mensen oproepen. ‘Ik denk dat dit onbehagen voortkomt uit een diepe ervaring van een onderliggende ordening in de natuur die je niet zomaar in de war moet brengen. Mens en dier zien we graag als gescheiden, net als bijvoorbeeld leven en dood, en mens en machine.’

Jochemsen wil ook een grens trekken in het steeds maar verder dwingen van de natuur in een bepaalde richting om patiënten te kunnen behandelen. ‘Ik zou daarom eerst nog een tijd alternatieve, niet beladen technieken willen onderzoeken, zoals organen verkrijgen via 3D-printen. Intussen zou je wel ook chimaera van twee dierlijke soorten kunnen bekijken.’

 

Regels voor grensvervaging

Guido de Wert, hoogleraar biomedische ethiek aan de Universiteit Maastricht, wil het moratorium juist loslaten. ‘Chimaera met menselijke stamcellen laten uitgroeien levert fundamentele inzichten op. En misschien leidt het ook tot meer organen voor transplantatie, een klinisch belang.’ De Wert stelt verder dat als wij nu bij voorbaat alle controversiële technieken zouden uitsluiten zolang er mogelijke alternatieven te onderzoeken zijn, zoals Henk Jochemsen wil, je met die eerste nooit verder komt. ‘Er zijn immers altijd mogelijke alternatieven, hoe hypothetisch ook. Verder kan de natuur niet dicteren wat wij moeten doen. Vroeger veroordeelden mensen ook homofilie en anticonceptie als onnatuurlijk, nu zien we dat toch anders.’

 

‘Het grootste risico is overdracht tussen soorten’

De Wert ziet desalniettemin evenals Jochemsen wel degelijk risico’s en noemt daarbij ook de overdracht van virussen tussen soorten. Daarnaast wijst hij op de kans dat in dieren ingebrachte menselijke stamcellen tot spermacellen of hersencellen uitgroeien. ‘Dat zou wel tot ongewenste grensvervaging leiden. Maar daar kun je regels voor opstellen, zoals blokkeren van differentiatie naar geslachtscellen of hersencellen. Ik zou eveneens een grens willen trekken bij mensapen: die hebben een te hoge morele status om als orgaanbank te gebruiken.’