Voor één keer zijn de Nederlanders en de Vlamingen verenigd op het voetbalveld. Althans op de kunstgrasvariant. Beide partijen onderzoeken op dit moment het rubbergranulaat dat we uit gewoonte over die velden strooien om te voorkomen dat we onze benen openhalen bij een sliding. De aanleiding is een uitzending van Zembla, dat onlangs stelde dat die korrels schadelijk zijn voor de gezondheid. Daarmee trekt het een conclusie uit 2007 van het RIVM in twijfel. Toen concludeerde het instituut dat ‘gebruikmaken van kunstgrasvelden niet leidt tot gezondheidsrisico’s als gevolg van blootstelling aan PAK’s en weekmakers.’
Vervolgens ben ik in mijn zoektocht naar wat er bekend is over rubbergranulaat feitelijk verdwaald. Wetenschappelijke literatuur duidt erop dat er niet alleen PAK’s en weekmakers uit de korrels vrijkomen, maar ook metalen en nitrosamines – wanneer wordt het schadelijk? Het RIVM houdt – vooralsnog – vast aan zijn oude standpunt. Betrokken partijen vallen allemaal terug op de conclusie van dit instituut. Tegelijkertijd lijkt het RIVM tussen de regels door toch wat minder stellig: ‘Informatie over mogelijke gezondheidsrisico’s van rubbergranulaat in kunstgrasvelden staat al enkele jaren op de website.’ Ondertussen wachten niet alle gemeentes en voetbalclubs zijn nieuwe onderzoek af. Met wisselend resultaat, zo meldt de Volkskrant. De ene club krijgt te horen dat er geen acuut gevaar is, de ander dat er hoge concentraties van het voor mensen mogelijk carcinogene benzo(a)-antraceen en chryseen zijn aangetroffen.
Deze discussie is dus toe aan een frisse blik. Het meest crue vind ik dat er al jaren prima alternatieven voorhanden zijn, zoals kurk en – nog beter – thermoplastisch elastomeer, oftewel synthetisch rubber. Het zal het kostenplaatje wel zijn dat de kunstgrasfabrikanten van de alternatieven weghoudt, want die zijn 15 à 25 % duurder, aldus een bericht van RTV Rijnmond. We kunnen het probleem ook anders oplossen. Als we autobanden op een hoogwaardigere manier kunnen hergebruiken, zijn er straks geen oude banden meer over om kunstgrasvelden van rubbergranulaat te voorzien. De oprichters van Black Bear Carbon weten hier al raad mee. Zij ontwikkelden een proces om hoogwaardige carbon black – het vulmiddel dat zorgt voor minder bandenslijtage en betere grip op de weg – uit autobanden te halen (zie artikel Oude banden, gloednieuwe carbon black).
Ook in dit verhaal spelen PAK’s een hoofdrol. Die verbindingen gaan een interactie aan met het oppervlak van het carbon black, die negatief uitpakt voor de kwaliteit. Daarom voegde Black Bear Carbon een extra pyrolysestap aan het proces toe. Met als resultaat dat zijn product minder dan 5 ppm PAK’s bevat tegenover meer dan 200 ppm in carbon black afkomstig uit olie. Misschien dat de procestechnologie ook nog wel een oplossing voor de huidige generatie autobandenverwerkers in het verschiet heeft liggen.
Puck Moll, vak/eindredacteur C2W
Nog geen opmerkingen