Hoofdredacteur Esther Thole bespreekt de situatie die speelt bij Chemistry & Engineering News.
Het rommelt bij Chemistry & Engineering News, het magazine van de American Chemical Society dat ook buiten de VS een grote schare lezers heeft. Het recente ontslag van de hoofdredacteur en een senior redacteur was voor twaalf voormalige en huidige leden van de C&EN Advisory Board reden om een open brief te sturen aan de leden van de ACS. Kern van de brief is de vrees dat de redactionele onafhankelijkheid van C&EN in het geding is. Ze roepen dan ook de ceo en de Vice-President Communications van de ACS op actie te ondernemen om deze onafhankelijkheid te garanderen.
De VP Communications? Ja, daar zit meteen de kern van het probleem. Voorheen was C&EN onderdeel van de uitgeverij-divisie, waar ook de wetenschappelijke tijdschriften van ACS onder vallen. Hier waren de inhoudelijk-redactionele en financieel-zakelijke verantwoordelijkheden duidelijk gescheiden. Maar sinds 2021 valt het magazine onder de divisie communicatie, waar ook marketing, advertentieverkoop en externe relaties/PR zijn ondergebracht. En de eindverantwoordelijkheid voor al die – niet per se parallel lopende – belangen ligt bij één persoon: de VP Communications.
‘Het is bovendien een fikse onderschatting c.q. miskenning van de lezer’
Daar begint de schoen toch wel te wringen. Wat krijgt prioriteit? Een gedegen, mogelijk kritisch artikel over X of de potentiële advertenties van X? Tel daarbij op dat als een van de redenen voor deze interne verschuiving werd gegeven dat C&EN nu beter in staat is om zich te richten op de rol als officieel orgaan van de organisatie met meer aandacht voor nieuws vanuit ACS. Kortom, meer aandacht voor de belangen van de organisatie en minder voor de belangen van de lezers.
Daarin zit het wezenlijke verschil tussen communicatieafdeling en redactie. Ze dienen een ander belang. Het is de taak van de redactie om met een open, geïnteresseerde, geïnformeerde en kritische blik onderwerpen te kiezen die voor de lezer relevant zijn. Dat kan botsen met andere belangen, maar dat mag geen reden zijn om het niet te doen.
Tegelijkertijd is het ook niet zo dat journalistieke publicaties per definitie alles en iedereen aanvallen, afbranden of te kakken zetten. De angst voor wat onafhankelijke redacties allemaal zouden kunnen schrijven lijkt me dan ook sterk overtrokken. Het is bovendien een fikse onderschatting c.q. miskenning van de lezer. Alsof die niet in staat is om zelf te denken en zich blind laat meevoeren door wat hij/zij voorgeschoteld krijgt. Zeker bij een vakblad dat een goed geïnformeerd, onafhankelijk denkend publiek heeft.
Ik denk dat het zelfs andersom werkt. Een organisatie die een magazine financiert en uitgeeft zonder zich te bemoeien met de inhoud en een kritische houding aanmoedigt in plaats van afremt, straalt vertrouwen en gezag uit. En oprechte liefde voor het vakgebied in kwestie. Dan kan de geforceerde PR vanzelf een tandje minder.
Nog geen opmerkingen