Mijn scheikundeleraar was geschokt toen mijn klasgenootje aankondigde zijn vak te laten vallen aan het eind van het vierde jaar. ‘Maar je staat een acht gemiddeld!’, zei hij. ‘Weet ik’, zuchtte mijn klasgenootje. ‘Ik vind het vak gewoon niet leuk. Ik had meer explosies verwacht.’

Jenny_halftoon

Een hele tijd later liep ik stage bij een tv-programma over wetenschap. Mijn taak was om leuke proefjes te bedenken en te testen of die visueel zouden maken wat er werd uitgelegd. Ik als echte chemicus was al snel blij als een proefje überhaupt lukte – ik had iets bedacht, het werkte, er gebeurde iets! Eureka! De regisseur van het programma, echter, was keer op keer teleurgesteld over het gebrek aan explosies. ‘Anders is het saai.’

Een paar jaar daarna zat ik als enige scheikundige in een college over wetenschapscommunicatie. We kregen een uitleg over de beeldtaal die bij verschillende vakgebieden en onderwerpen wordt gebruikt. Een eenzame ijsbeer voor klimaatverandering, dat soort dingen. ‘Welk vakgebied is dit?’, vroeg de docent bij een foto van een explosie. Ik had geen idee, maar mijn medestudenten staken als één man hun hand op. ‘Scheikunde, natuurlijk.’

Steeds opnieuw kom ik er achter dat een heleboel mensen de overtuiging hebben ‘scheikunde = explosie’. Soms is dat positief, zoals dat mijn regisseur het prima had gevonden als ik mijn eigen wenkbrauwen eraf had geschroeid als het maar mooi beeldmateriaal had opgeleverd. Maar soms juist negatief, zoals mijn tante die, als het gesprek over chemie gaat, er onmiddellijk ontploffende fabrieken bij associeert.

Ik kan met enige trots zeggen dat ik nog nooit iets heb laten ontploffen – niet erger dan de dop van een scheitrechter laten ploppen in ieder geval. Ik kan me voorstellen dat een explosie veel indruk maakt en dat dat hetgene is dat blijft hangen bij de mensen die niet dagelijks met scheikunde bezig zijn. Maar er is zoveel schoonheid in de nuance van de scheikunde. Ik heb vaak genoeg een vreugdedansje gedaan toen ik het ene witte poeder in het andere witte poeder had veranderd, omdat ik precies wist wat er gebeurd was.

Toch heb ik mezelf ook schuldig gemaakt aan het versterken van het verband ‘scheikunde = explosie’. Toen ik een leuk proefje moest verzinnen om aan een stel basisschoolkinderen te laten zien, kwam ik toch ook uit bij olifantentandpasta en gerelateerde ontploffingsachtige spektakels. En heel eerlijk… toen ik door hun ogen opnieuw met verwondering keek naar het schuim dat de lucht in spoot, hoopte ik ook heel even dat de scheikunde alleen uit explosies zou bestaan.