Als afgestudeerde chemicus of life scientist kun je veel kanten op. De een kiest voor een carrière in de academische wereld, de ander staat liever op het lab van een bedrijf of overheidsinstelling. Maar er zijn ook veel chemici die uiteindelijk in de consultancy belanden. Waarom kiezen ze hiervoor en hoe is het om als chemicus in die wereld te werken?

 

Voor sommige chemici is het eigenlijk al tijdens de studie duidelijk dat ze iets anders willen. Zo was het ook voor Sven Roefs (26), die net zijn master chemische technologie aan de Technische Universiteit Eindhoven afrondde. ‘Ik merkte dat ik inhoudelijk niet dezelfde passie voor het vakgebied voelde als mijn medestudenten’, vertelt hij. ‘Ik miste vooral het sociale aspect, je werkt toch ook wel veel alleen.’

Uiteindelijk besloot Roefs een business course te volgen die via de studievereniging werd geadverteerd, en zo leerde hij het vak consultancy en Gupta Strategists kennen. Dit bedrijf geeft de zorgsector en beleidsmakers advies over welke strategieën het best werken bij zaken als fusies en het efficiënter helpen van patiënten. ‘Het trok me meteen. Je werkt veel samen aan korte projecten, en hebt heel diverse kennis en vaardigheden nodig. Na mijn studie kon ik gelukkig aan de slag bij Gupta, en daar ben ik nu een paar maanden geleden begonnen.’

Kennis delen

Ook Geeske van Heel (35), Consultant Regulatory Affairs bij DADA consultancy, maakte vrij snel na haar studie molecular biology and biotechnology aan de Rijksuniversiteit Groningen de overstap naar haar huidige baan. ‘Ik zag het toch niet zitten om nog vier jaar op het lab te staan. Dus toen besloot ik verder te kijken.’

‘Mijn studie was echt geen weggegooide tijd’

Via een carrièrecoach kwam Van Heel erachter dat de kwaliteitszorg (quality assurance, QA) wel iets voor haar zou kunnen zijn. ‘Per toeval kwam ik toen bij DADA terecht als junior consultant.’ DADA consultancy is een bedrijf dat zich vooral richt op de farmaceutische industrie, en bedrijven adviseert over projecten; van nieuwe medicijnen ontwikkelen tot kwaliteitszorg. Van Heel: ‘Ik heb niet heel bewust voor consultancy gekozen, maar achteraf ben ik wel heel blij met deze stap. Ik werk hier niet voor niets al meer dan zeven jaar, en ik heb veel meer geleerd dan als ik de QA voor één bedrijf had gedaan.’

Er zijn ook chemici die pas in een veel later stadium in hun carrière afslaan richting consultancy. Hedwig Beernaert (76), inmiddels eigenaar van zijn eigen consultancybedrijf EuroQAM, had al een lange loopbaan als onderzoeker, afdelingshoofd en manager kwaliteitszorg bij het Federaal Wetenschappelijk Instituut Sciensano, België, achter de rug toen het begon te kriebelen. ‘Ik moest eigenlijk met pensioen, maar dat vond ik geen optie’, zegt Beernaert. ‘Ik wilde mijn opgedane kennis over de ontwikkeling van kwaliteitssystemen verder delen, dus besloot ik zelfstandig consultant te worden.’

Het werk als consultant verschilt volgens Beernaert niet eens zoveel van zijn oude baan. ‘Mijn werkzaamheden zijn nog grotendeels gelijk. Ik luister naar wat klanten vragen, analyseer de situatie en adviseer hoe ze hun kwaliteitssystemen zo goed mogelijk aan alle eisen kunnen laten voldoen.’ Toch is er wel één groot verschil. ‘Vroeger kwam ik vanuit de overheid controles uitvoeren op het gebied van kwaliteitszorg, en nu sta ik aan de andere kant van de medaille en leer ik bedrijven alles over de OESO-Principes van Goede Laboratoriumpraktijken.’

‘Je leert snel bij en minder leuke projecten zijn zo weer voorbij’

Snel schakelen

Ook de andere consultants konden vrij makkelijk uit de voeten in het nieuwe werkveld. ‘Je zit natuurlijk ineens meer achter de computer en moet veel meer literatuur lezen dan als je op het lab staat’, zegt Van Heel. ‘Maar dat went snel.’ Vooral de diversiteit in de consultancy bevalt Van Heel goed. ‘Ik heb hier ontzettend veel verschillende dingen geleerd. Je werkt steeds maximaal een paar maanden aan één opdracht en dan moet je verder. Het voordeel daarvan is dat je snel bijleert, en dat minder leuke projecten zo weer voorbij zijn.’

 

Die snelle schakelingen zijn ook voor Roefs een prettig aspect van zijn baan. ‘Een week nadat ik begon, stuurde ik mijn eerste rapport al naar een klant. Het gaat heel snel, en dat dwingt je ook om jezelf snel te ontwikkelen.’ Er zijn uiteraard ook nog wel moeilijke kanten. ‘Soms merk ik hoe veel ik nog moet leren. Ik vind het bijvoorbeeld nog moeilijk de technische aspecten van een verhaal zo op te schrijven dat minder ingewijde mensen het ook begrijpen. En het is soms lastig inschatten hoeveel tijd bepaalde werkzaamheden kosten.’ Gelukkig krijgt hij genoeg mogelijkheden om zich verder te ontwikkelen. ‘Consultants hebben vaak veel verschillende achtergronden, dus om het niveau gelijk te trekken, biedt het bedrijf allerlei inhoudelijke en praktische cursussen aan; van hoe een ziekenhuis in elkaar zit tot het gebruik van Excel.’

Lange werkweken?

Beernaert ziet eigenlijk alleen maar voordelen van zijn overstap. ‘Ik werk graag met mensen, en ik vind het leuk om over nieuwe zaken te discussiëren en ze grondig te analyseren. En dat is precies wat ik nu doe.’ Al met al is het wel een hele uitdaging, maar hij hoefde zeker niet helemaal van nul te beginnen. ‘Ik kan mijn ervaringen en opgedane kennis goed gebruiken om nieuwe mogelijkheden te creëren. Zo geef ik nu trainingen aan Chinese klanten die graag willen weten hoe je kwaliteitszorg goed op orde krijgt.’

’Kijk om je heen, en probeer een plek te vinden waar je je op je gemak voelt.’

Een studie of loopbaan in de chemie kan dus een mooie voorbereiding zijn voor een baan in de consultancy, denkt Beernaert. ‘Praktische ervaring in het vakgebied, bijvoorbeeld van kwaliteitszorg, geeft je toch een bepaalde manier van denken en vragen stellen, dat kan heel nuttig zijn.’ Roefs beaamt dit: ‘Mijn studie was echt geen weggegooide tijd, de analytische vaardigheden gebruik ik nog elke dag.’

En hoe zit het met het bekende verhaal dat een baan in de consultancy gepaard gaat met lange werkweken? Dat herkent Van Heel niet: ‘Misschien is dat bij andere bedrijven wel aan de orde, maar hier niet.’ Roefs werkt wel regelmatig meer dan 40 uur, maar dat vindt hij niet erg. ‘Ik maak liever meer uren voor een baan die ik echt leuk vind, dan dat ik elke vrijdag vrij ben, maar niet van mijn werk kan genieten.’ Beernaert werkt 50 à 60 uur, maar voorheen 70 à 80 uur.

Voor chemici die twijfelen of ze ook de consultancy in willen, adviseert Roefs om vooral met mensen te praten. ‘Ga gewoon een kopje koffie drinken met iemand van een bedrijf dat je interessant vindt. Dan hoor je pas echt wat het werk inhoudt.’ Van Heel raadt iedereen aan om vooral goed om zich heen te kijken. ‘Op de universiteit lijkt het wel alsof iedereen op het lab terechtkomt, maar er zijn echt nog wel andere mogelijkheden. Kijk om je heen, en probeer een plek te vinden waar je je op je gemak voelt.’

En mocht je eenmaal de stap hebben gemaakt, moet je volgens Beernaert vooral bewust zijn hoe je overkomt en communiceert.: ‘Blijf jezelf, luister goed wat mensen willen, communiceer duidelijk, maak correcte analyses en wees concreet. Dan weten mensen wat ze aan je hebben.’