Bij een laboratorium denk je al snel aan een grote afdeling met zuurkasten binnen een universiteit of bedrijf. Maar er bestaan nog veel meer soorten. We nemen een kijkje bij drie laboratoria die anders zijn dan gemiddeld.

‘Van kleins af aan heb ik interesse gehad in forensisch onderzoek’, vertelt Joy Eliaerts (30), gerechtelijk deskundige op de afdeling drugs bij het Nationaal Instituut voor Criminalistiek en Criminologie (NICC) in Brussel. ‘Tijdens mijn studie biomedische wetenschappen heb ik zo veel mogelijk getracht om stages in dat onderzoeksveld te doen en heb ik mij meer en meer gespecialiseerd in de forensische wetenschappen.’ Eliaerts solliciteerde in 2014 voor een functie bij het NICC waaraan een promotietraject was verbonden, dat ze in juni van dit jaar succesvol afrondde.

Afstapping

Het NICC kun je vergelijken met het Nationaal Forensisch Instituut in Nederland. ‘Wij analyseren samples die verdacht zijn van drugs, inbeslaggenomen door de politie of douane’, vertelt Eliaerts. ‘Zij doen een eerste screening, bijvoorbeeld via kleurtests, die als het inderdaad om drugs gaat verder moet worden bevestigd. Dat nemen wij voor onze rekening.’ Het drugslaboratorium gebruikt infrarood- (IR) en gaschromatografische technieken gekoppeld met massaspectrometrie en vlamionisatiedetectie om duidelijkheid te scheppen. Nog een andere techniek die toepassing vindt in het lab is chemometrie. ‘Daarmee verwerken we de IR-data met computeralgoritmes tot een begrijpelijk resultaat. Als uit een IR-meting volgt dat iets cocaïne bevat, dan gaat de sample in een bepaalde analyseflow’, legt Eliaerts uit.

‘Als er een illegaal drugslab is ontdekt, gaan we op afstapping’

Het blijft echter niet bij labwerk in een gebouw. Eliaerts: ‘We hebben wel een laboratoriumsetting, maar we gaan ook vaak genoeg het veld in. Als er een illegaal drugslaboratorium is ontdekt, gaan we op ‘afstapping’, zoals wij dat noemen.’ Bij een afstapping ontmantelt het team het laboratorium, bekijkt het de productiemethodes en als het om een ‘warm lab’ gaat – een dat eigenlijk nog actief is – dan legt het dat lab veilig stil.

‘Mijn eerste afstapping ben ik nooit vergeten’, herinnert Eliaerts zich. ‘De politie ontdekte een lab in een woonwijk met veel kinderen. Dat was voor mij heel indrukwekkend. Het opent je ogen, laat zien dat het geen klein probleem is. De veiligheidsdiensten ontdekken ook weleens labs door een ontploffing, of vinden wapens. Dat blijft je wel bij.’

Overheidslab

Ook de Nederlandse Douane doet aan drugsonderzoek. ‘Maar het werk van de douane is echt meer dan drugs en koffers controleren’, zegt Maarten Schutter (30). Schutter is sinds zeven jaar werkzaam bij het Douane Laboratorium in Amsterdam. Het bijzondere aan dat lab is vooral de verscheidenheid aan samples. ‘Je kunt het zo gek niet bedenken of de douane onderzoekt het; voedingsmiddelen, accijnsproducten, anorganische producten, polymeren, drugs en zelfs bijzondere soorten hout.’

Schutter deed in het tweede jaar van zijn opleiding life science and chemistry aan de Hogeschool Saxion een excursie bij het Douane Laboratorium. Die ervaring hield hij tijdens zijn studie in zijn achterhoofd. ‘Omdat in de analytische chemietak meer werk te vinden is, heb ik me daarop gefocust en deed ik mijn stages ook op dat gebied. Uiteindelijk ben ik afgestudeerd in het overheidslab van het RIVM in Bilthoven. Daar was mijn interesse gewekt om in zo’n laboratoriumsetting te gaan werken.’ Na een jaar bij het voedingsmiddelenlaboratorium van Nestlé, kwam de vacature voor scheikundig onderzoeker bij het Douane Laboratorium voorbij. Schutter: ‘Toen ik de vacature zag, ging er een lampje branden; dat zou een goede werkgever kunnen zijn, dacht ik bij mezelf.’

‘Je kunt het zo gek niet bedenken of de douane onderzoekt het’

‘Nu werk ik in het cluster ‘accijns’, waar we naast alcohol vooral minerale olieproducten onderzoeken’, legt Schutter uit. Hij bekijkt of erin zit wat wordt beweerd. ‘Van de vijftienduizend samples die het laboratorium jaarlijks analyseert, neemt ons lab ongeveer een derde deel voor zijn rekening. Het merendeel van de samples is gasolie, en met gesimuleerde destillatie en dichtheid-, zwavelgehalte- en kleurmetingen bepalen we de samenstelling van het product. Over het algemeen zijn dit de basisanalyses, maar met NMR en verschillende MS-methodes tot onze beschikking, kunnen we zeker dieper waar nodig.’

Minilaboratorium

Het Koninklijk Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee (NIOZ) doet laboratoriumonderzoek met samples uit de diepzee wereldwijd en de ondiepe Waddenzee. ‘Op onze schepen kunnen we containers met een soort minilaboratorium meenemen’, vertelt de van origine Duitse Julia Engelmann (41), bioinformaticus bij het NIOZ. ‘Onlangs was ik met het schip de RV Navicula op de Waddenzee om water­samples te verzamelen. We wilden onderzoeken hoe de samenstelling van micro-organismes door het getij en dag-nachtritme verandert.’

In de container kun je simpele analyses doen. Engelmann: ‘We nemen een water­sample en laten het door twee filters stromen, zodat de micro-organismes achter blijven. Die slaan we direct op in de -80 °C diepvries, zodat de samenstelling niet meer verandert.’ Uit de samples haalt Engelmann DNA om de organismes te identificeren, die ze ook bekijkt onder de microscoop. ‘Zo zien we welke soorten dicht bij elkaar zitten, wat kan betekenen dat ze iets met elkaar te maken hebben.’

Engelmann studeerde biologie en promoveerde in bioinformatica in Duitsland (respectievelijk aan de universiteit van Göttingen en Würzburg), waar ze met grote databestanden werkte en meerdere soorten datasets doorkruiste. ‘Ik vond het lastig om te kiezen tussen het menselijk lichaam en mariene biologie’, verklaart ze. ‘Tijdens mijn promotie lag mijn focus op bloedkanker, hoewel dat geen bewuste keuze was. Mijn sollicitatie bij het NIOZ was echter wel bewust.’ Engelmann is blij met haar keuze. ‘Ik bestudeer nu wel andere biologie, maar de bioinformatica is nog hetzelfde.’

Carrièretips

Engelmann, Schutter en Eliaerts vinden de afwisseling in hun werk het leukst. Engelmann: ‘Soms verzamel ik samples op een schip en dan ben ik heel dicht bij de biologie. Ik vind het belangrijk om iets te doen waar mijn hart blij van wordt. Bioinformatica is niet alleen relevant, het is ook echt leuk.’ Schutter reist iedere dag met plezier anderhalf uur heen naar zijn werk. ‘Het mooiste is het werken in de actualiteit en dat geen enkele werkdag hetzelfde is. Hiervoor had ik werk op tien minuten fietsafstand, maar ik zou niet meer terug willen.’

‘Mijn job is zo boeiend omdat we dagelijks met nieuwe zaken te maken krijgen, van routineklusjes tot complexere cases’, vertelt Eliaerts. ‘Iedere dag is een uitdaging, omdat drugssmokkelaars enorm inventief zijn. Daarom moeten wij onze analysetechnieken ook continu verder ontwikkelen. Onze analyses kunnen er tevens voor zorgen dat mensen juist vrijgesproken worden van onterechte beschuldigingen; daar hecht ik eveneens veel waarde aan.’

Schutter wil studenten op het hart drukken zich breed te oriënteren. ‘Ga zeker geen twee dezelfde stages doen, maar kijk in totaal andere takken van sport. Probeer tijdens je studie zo veel mogelijk bij bedrijven achter de deur te kijken en te bedenken waar je zou willen werken.’ ‘Sta nooit stil’, vult Eliaerts aan. Engelmann besluit: ‘Er is altijd wat nieuws te leren, op alle gebieden zijn veel ontwikkelingen. Zoek de plek waar je hart ligt.’