Jim Ottelé (33) vliegt de wereld over om te controleren of landen zich aan het verbod op chemische wapens houden. ‘Hoewel we plastic flessen nodig hebben, wil ik mij daar liever niet mee bezighouden.’
Je spreekt zelden iemand die zo enthousiast is over zijn werk als Jim Ottelé. Hij is sinds september 2022 inspecteur bij de Organisatie voor het Verbod op Chemische Wapens (OPCW) en controleert of de internationale afspraken worden nageleefd. Inspecteurs monitoren de vernietiging van chemische wapens en controleren over de hele wereld of productiefaciliteiten voor chemicaliën geen nieuwe wapens produceren.
Ottelé wil ergens werken waar hij iets goeds voor de wereld doet en kan zich geen betere plek bedenken dan de OPCW. Hij en zijn collega’s zien toe op de naleving van het Verdrag Chemische Wapens (CWC). Dit verdrag ging in 1997 van kracht en stelt dat aangesloten landen geen chemische wapens mogen ontwikkelen, produceren, bewaren of gebruiken. Ze moeten hun bestaande wapens en productiefaciliteiten zelf vernietigen.
Het verdrag is door 193 landen ondertekend én geratificeerd. Alleen Israël, Egypte, Zuid-Sudan en Noord-Korea ontbreken en daarmee is het CWC het meest succesvolle internationale ontwapeningsverdrag. ‘De wereld is het er vrijwel unaniem over eens dat de effecten van chemische wapens erger zijn dan mensen ooit zouden moeten meemaken’, legt Ottelé uit. Toen het verdrag van kracht ging waren er wereldwijd meer dan 70.000 ton chemische wapens en de vernietiging van die voorraden is bijna voltooid.
’Chemische wapens uitbannen is het beste wat je met je tijd kunt doen’
Niet genoeg ondersteuning
Voor hij inspecteur werd, was Ottelé analytisch chemicus aan de Rijksuniversiteit Groningen. Hij onderzocht als promovendus en postdoc hoe je leven kunt maken in een lab. Daartoe analyseerde hij complexe mengsels met veel verschillende moleculen. De kroon op zijn werk was een systeem waarin moleculen zowel zelfreplicatie als protometabolisme lieten zien en een bijbehorende publicatie in Nature Catalysis. Maar de fundamentele wetenschap krijgt in Nederland niet genoeg ondersteuning om het te kiezen als vak, vindt hij. ‘Ik zie hoe hard de mensen op de universiteit werken, hoeveel uren ze maken en hoe weinig ze hun familie zien. En de onzekerheid of je geld krijgt om je onderzoek te financieren vind ik demotiverend.’
Algemeen belang
Ottelé ging op zoek naar een nieuwe invulling van zijn carrière. Hij wilde iets bijdragen aan het algemeen belang en vindt dat je als scheikundige niet veel keus hebt. ‘In de industrie ga je vaak niet-milieuvriendelijke stoffen ontwikkelen. En hoewel we plastic flessen nodig hebben, wil ik mij daar liever niet mee bezighouden. Ik vind dat zorgen dat er geen chemische wapens zijn het beste is wat je met je tijd kunt doen.’
Werken als inspecteur contrasteert sterk met de academische wereld. In plaats van solitair onderzoek is Ottelé nu bezig met diplomatieke banden. Ondanks zijn enthousiasme zal hij, vanwege het zevenjaarbeleid van OPCW, over zes jaar weer een nieuwe roeping moeten vinden. Dat moet weer een functie worden die het algemeen belang dient. ‘Die publicatie was een groot succes en ik ben er erg trots op, maar het is niet te vergelijken met het belang van mijn huidige werk.’
Wie is Jim?
Wat en waar heb je gestudeerd?
‘Natuurkunde aan de Rijksuniversiteit Groningen, bachelor met alle bètavakken in het eerste jaar. Ook een periode scheikunde en werken in het lab vond ik veel leuker dus geswitcht. Master advanced materials, tussen natuurkunde en scheikunde in, PhD in analytische chemie en postdoc.’
Wat motiveert je in je werk?
‘Goed doen voor de wereld. Het voelt als een roeping, als iets wat ik moet doen. Ik denk niet dat ik dat ergens anders op deze manier zou ervaren.’
Wat zijn je ambities voor de korte termijn?
‘Mezelf hier ontwikkelen. Meer ervaring opdoen met verschillende typen trainingen en missies. Kijken waar ik naast de inspecties aan kan bijdragen, bijvoorbeeld in het associate program.’
Wat zijn je ambities voor de lange termijn?
‘Daar heb ik nog niet echt goed over nagedacht. Iets willen blijven doen waarvan ik het idee heb dat het nuttig is. Ik wil dat wat ik doe geen schade toebrengt aan de wereld, dat het moreel juist is, dus ik hoop iets te vinden in dezelfde lijn als wat ik nu doe.’
Nog geen opmerkingen