Maanden na een aanslag verwacht je misschien geen aanwijzingen meer te ontdekken van de inzet van chemische wapens. Maar dankzij het onderzoek van Mirjam de Bruin-Hoegée (30) behoort dat zeer zeker wel tot de mogelijkheden.

Mirjam de Bruin-Hoegée is op het moment van het interview nét cum laude gepromoveerd op het analyseren van sporen die onthullen dat er chemische wapens zijn ingezet. ‘Je kunt in biomedische monsters van vergiftigde mensen nog sporen terugvinden die niet alleen aantonen óf er een chemisch wapen is gebruikt, maar ook hóe het is geproduceerd’, vertelt De Bruin-Hoegée. Zo vond ze tijdens invitrotests indicaties van de syntheseroute terug in bloed. ‘Het idee heerste dat je heel lage concentraties van stoffen in het bloed niet terug kunt vinden. Maar wij vonden zelfs nog fracties van sporen terug. Meerdere internationale collega’s dachten echt dat het niet kon en zelfs mijn promotor was even terughoudend, maar het bleek dus echt zo te zijn.’

‘Na drie maanden zaten er nog steeds mosterdgassporen in planten, dat hadden we nooit verwacht’

Een ander baanbrekend aspect van haar onderzoek was het detecteren van chemische wapens, waaronder mosterdgas, in planten, waar C2W | Mens & Molecule al eerder over schreef. ‘Na drie maanden zitten er nog steeds sporen van mosterdgas in planten, dat hadden we nooit verwacht.’ Vlak voor haar promotie publiceerde ze nog een paper waaruit blijkt dat dit ook geldt voor chloorgas. Dat is normaal gesproken extra lastig op te sporen, omdat er vaak met bleek wordt schoongemaakt na een chemische aanslag en deze stoffen moeilijk van elkaar te onderscheiden zijn.

Beton

Het internationale en intercollegiale aspect vond De Bruin-Hoegée heel waardevol in haar werk. ‘De samenwerkingen met al die verschillende instituten zorgde dat het werk meer diepgang had, maar ook breder kon zijn’, zegt ze. ‘Ieder bracht zijn of haar eigen expertise.’ De contacten die ze heeft gelegd, blijven daarom waardevol.

Met het behalen van haar doctorstitel stopt het wat De Bruin-Hoegée betreft niet. ‘Het lijkt me heel mooi om door te gaan met dit project. Bij TNO ga ik als onderzoeker verder, daar wil ik de scope ook uitbreiden. Recent zijn er bijvoorbeeld studies naar sporen van chemische wapens in beton gedaan, dus ik ben benieuwd waar je dat nog meer uit kunt halen. Daarnaast wil ik mobiele detectiemethoden ontwikkelen, zodat je ook in het veld kunt aantonen of ergens gifgas is gebruikt. Bij TNO krijg ik de ruimte om de diepte in te gaan, zowel op theoretisch als op toegepast gebied.’

Profileren

Ondanks dat De Bruin-Hoegées onderzoek nog niet in echte zaken is toegepast, zijn de concepten van haar werk al wel opgepikt. ‘Het idee van profileren, dat sporenonderzoek, is kortgeleden toegepast door de OPCW [Organisatie voor het Verbieden van Chemische Wapens, red]. In een recent rapport over een aanslag met mosterdgas keken ze naar de zuiverheid ervan. Dat bleek erg onzuiver, dus dat was een aanwijzing dat het niet van de regering kwam, maar dat het door de terroristische groepering Islamitische Staat zelf geproduceerd was.’ De Bruin-Hoegée hoopt dat haar onderzoek kan helpen om ook de zaken op te lossen waar tot nu toe te weinig bewijs werd gevonden of waar de meest voor de hand liggende sporen al verdwenen zijn over de tijd, maar waar dan toch nog wat te vinden is met deze nieuwe methoden. ‘Daders van oorlogsmisdaden kunnen dan misschien toch nog ter verantwoording worden geroepen.’

Mirjam de Bruin-Hoegée 2

Beeld: Jordi Huisman

Wie is Mirjam?

Wat en waar heb je gestudeerd?

‘Bachelor Scheikunde aan de Universiteit Utrecht en master Forensic Science aan de Universiteit van Amsterdam.’

Wat motiveert je in je werk?

‘Ik vind het leuk om meer te begrijpen over hoe de natuur en producten op een moleculair niveau in elkaar zitten. Door steeds nieuwe dingen te ontdekken, kan het forensische chemische onderzoek verbeteren. Uiteindelijk vind ik het mooi als dit kan bijdragen aan de vrede en veiligheid in de wereld.’

Wat zijn je ambities op de korte termijn?

‘Als onderzoeker bij TNO ga ik verder met het onderzoek op het gebied van detectie van chemische wapens. Ik wil dan graag nieuwe internationale projecten opzetten waar we de resultaten van verschillende laboratoria kunnen vergelijken en verder uitbreiden.’

Wat zijn je ambities op de lange termijn?

‘Het lijkt me interessant om te blijven samenwerken met onderzoeksinstituten, universiteiten en bedrijven. Ik denk dat dit waardevol is voor iedereen en dat we dan de meest baanbrekende ontdekkingen kunnen doen.’