Het boek Toxic beschrijft de ontwikkeling van chemische wapens, en toont hoe de westerse wereld decennialang in het geheim voortbouwde op dodelijke innovaties uit nazi-Duitsland.
Het boek Toxic beschrijft de ontwikkeling van chemische wapens, en toont hoe de westerse wereld decennialang in het geheim voortbouwde op dodelijke innovaties uit nazi-Duitsland.
De zenuwgifaanslag op Alexej Navalny, in augustus 2020, kwam te laat voor Toxic van Dan Kaszeta, anders had die zeker een hoofdstuk opgeleverd in zijn uitgebreide beschrijving van zenuwgifaanvallen, aanslagen en ongelukken in labs en munitiedepots. Toch kun je na het lezen van dit rijke boek ook recente gebeurtenissen doorgronden, met vele nieuwe inzichten in chemie, toxicologie, onderzoek en behandeling.
Zo leert de bijna fatale aanslag met Novichok op Sergej Skripal en zijn dochter in Engeland in 2018 dat het effect van blootstelling via de huid pas een halve dag later merkbaar kan worden. Bij oppositieleider Navalny sprenkelden geheim agenten Novichok op zijn ondergoed. Hij lag weken in coma aan de beademing.
Ongekende giftigheid
De recente geschiedenis van zenuwgifgebruik vormt een staartje in Toxic. Het meest uitgebreide en intrigerende deel beslaat de periode 1930-1980. Kaszeta begint bij de pionierstijd van Gerhard Schrader (1903-1990) die bij IG Farben in de jaren dertig insecticides onderzocht. Hij borduurde voort op publicaties over organofosfaten en synthetiseerde zo’n tweeduizend nieuwe varianten. Een daarvan leverde hem benauwdheid en hoofpijn op, en hij ging er wazig van zien. Tests wezen op een ongekende giftigheid: circa een tiende van het gewicht van een rijstkorrel was genoeg om een aap te doden.
‘Kaszeta is een meester-verteller’
Zulk toxisch spul is ongeschikt als landbouwbestrijdingsmiddel, maar het Duitse leger was in 1936 zeer geïnteresseerd in wat later Tabun werd gedoopt. Het zou jaren duren voordat een effectieve explosieve verpakking was ontwikkeld, die het gif niet vernietigt, maar precies in de juiste mate vernevelt.
De nazi’s spendeerden een ongekende mankracht en kapitaal aan chemisch en ballistisch onderzoek. Synthese van Tabun vereiste voor die tijd schaarse grondstoffen, zoals fosforylchloride en dimethylamine. Ze moesten alles ter plaatste synthetiseren en zuiveren. Diverse tussenproducten zijn giftig, corrosief, en bevatten onzuiverheden die vreemde reactiemengsels opleverden. Het was een procestechnologische en analytische hel om op grote schaal Tabun te maken, maar door volharding kon in 1941 het vullen van bommen en granaten beginnen.
Grote voorsprong
Dat Hitlers gifgas-arsenaal nimmer is gebruikt, is een wonder. Mogelijk vreesden hij en zijn legertop vergelding. Ze vermoedden dat de geallieerden ook zulke wapens moesten bezitten. Dat was niet zo: Duitsland had een grote voorsprong, die de basis legde van alle gifgasprogramma’s.
Tijdens de opmars van de geallieerden en de Russen vormde tienduizenden 250 kg Tabun-bommen een verassende bonus. Kaszeta beschrijft fraai hoe er jacht werd gemaakt op chemici en fabrieksmanagers, die moesten helpen om het gifgasprogramma te ontcijferen, want er was veel moeite gedaan om fabrieken en documentatie te vernietigen.
Schraders honderden pagina’s tellende getuigenis gaat ook over Sarin, een giftige organofosfor-verbinding op basis van fluorchemie. Synthese vormde een extra uitdaging, omdat het uiterst gevaarlijke waterstoffluoride vrijkomt.
Kaszeta kent de weg in de archieven en is bovendien een meesterverteller, die met veel detail de technology transfer beschrijft van Duitse militaire chemie richting het Verenigd Koninkrijk, de VS en Rusland. De chemische wapenwedloop die ontstond leverde VX, binaire wapens en Novichok.
Het boek geeft onthullende inkijkjes in voorheen geheime, prijzige experimenteerdrift. De meeste van die wapens zijn inmiddels op last van ontwapeningsverdragen in zee gedumpt of vernietigd. Alleen in Irak, en onlangs tegen burgers in Syrië, deden Tabun en Sarin op grote schaal waarvoor ze ooit zijn bedoeld.
Nog geen opmerkingen