Virussen als medicijn biedt een fascinerend relaas over een alternatieve therapie die iets te makkelijk wordt afgeserveerd wegens gebrek aan bewijs. 

Over bacteriofagen zijn de meningen verdeeld. Sommigen verwachten er gouden bergen van, anderen geloven er niet in en de grote meerderheid heeft er gewoon nog nooit van gehoord. In zijn nieuwste boek Virussen als medicijn bekent wetenschapsjournalist Rinke van den Brink dat hij lange tijd tot die laatste groep behoorde. Dat veranderde in 2014, toen hij net een boek over de gevaren van antibioticaresistentie had gepubliceerd en emeritus-hoogleraar Jacques Scheres hem uitlegde dat er een alternatief voor conventionele antibiotica bestond. Reden om alsnog dieper in deze materie te graven en enkele tientallen fagenexperts te interviewen. Het levert een fraai beeld op van een vakgebied dat vrijwel vergeten leek, maar de laatste jaren, althans in kleine kring, een behoorlijke revival doormaakt. 

Personalized medicine 

Voor wie het ook nog niet wist: bacteriofagen zijn virussen die bacteriën aanvallen. Ze injecteren hun eigen DNA zodat de bacterie nieuwe fagen gaat produceren tot hij letterlijk barst, geholpen door faag-enzymen die zijn celwand oplossen. Zo vermenigvuldigen fagen zich exponentieel totdat van een bacteriekolonie slechts een hoopje snot rest. 

Belangrijk is daarbij dat fagen zich hechten aan zeer specifieke eiwitten op de celwand. Ze lenen zich dan ook vooral voor personalized medicine: zet bacteriën uit een chronische ontsteking op kweek en laat daar net zo lang fagenculturen uit een uitgebreide ‛fagenbank’ op los tot er eentje hapt. Bij acute ontstekingen is daar geen tijd voor en moet je je behelpen met fagencocktails die hopelijk iets bevatten dat werkt — de kans daarop is echter relatief gering. 

Begin vorige eeuw zijn fagen voor het eerst ingezet, tegen dysenterie en later tegen wondinfecties. Maar door de komst van penicilline, dat veel voorspelbaarder werkte, werden ze totaal overvleugeld. In de Sovjet-Unie, die pas later over antibiotica kon beschikken, bleven fagen langer populair. Eén onderzoeksinstituut, in de Georgische hoofdstad Tbilisi, ging er tot de dag van vandaag mee door en vormt nu een soort Mekka voor wanhopige geïnfecteerden.  

In Nederland zijn fagen in 2017 opnieuw op de kaart gezet door tv-programma’s over dat Georgische instituut. Maar de huidige wet- en regelgeving weet er eigenlijk geen raad mee. Fagen mogen hier alleen worden ingezet bij individuele patiënten, als echt niets anders meer werkt. In België zijn ze er verder mee en begint zelfs een ‛Phage Valley’ te ontstaan, vooral sinds het Militair Hospitaal Koningin Astrid voor elkaar wist te krijgen dat ‛magistrale’ bereiding van fagenculturen in ziekenhuisapotheken formeel werd toegestaan. 

Anekdotisch 

De goede verstaander zal snappen dat fagen totaal niet passen binnen de westerse geneeskundige praktijk. De succesverhalen zijn talrijk maar vooral ook anekdotisch, de mislukkingen zijn slecht gedocumenteerd, de wetenschappelijke kennis van de onderliggende biochemie is zeer gering. Maar nu antibioticaresistentie gierend uit de hand dreigt te lopen, verdient elk alternatief de aandacht. 

Virussen als medicijn is geschreven op het niveau van de C2W | Mens & Molecule-lezers, en ondanks vele verklarende voetnoten wellicht lastig te begrijpen voor leken. Maar iedereen die beroepshalve te maken heeft met infecties, zou het moeten lezen. Niet om meteen fagofiel te worden, wel om tenminste op de hoogte te zijn. 

 

Virussen als medicijn: bacteriofagen als wapen tegen infecties en antibioticaresistentie 

cover-Virussen_als_medicijn_img20240928_10490007

 

Rinke van den Brink 

De Geus (2024), 285 pagina’s 

ISBN  978 90 445 4788 7.