Maurits de Roo is promovendus aan de Rijksuniversiteit Groningen, waar hij elektrochemie onderzoekt. Het is fundamenteel onderzoek, waarin hij zich vooral bezighoudt met de dunne laag op elektroden bestuderen. 

Waar ging je pitch over? 

‘Ik leg eerst uit waarom het belangrijk onderzoek is. Om de ene chemische stof om te zetten in een andere, bijvoorbeeld om medicijnen te maken of shampoo, heb je chemicaliën nodig. Ik kijk naar oxidatiereacties, dan heb je oxidanten nodig. Ze zijn vaak vervuilend, omdat ze van fossiele grondstoffen zijn gemaakt en daardoor niet duurzaam zijn. Wij kijken of we deze stap kunnen weghalen door de energie direct uit elektriciteit te halen.’ 

Hoe doe je dat? 

‘We kijken op moleculair niveau wat er precies met het molecuul gebeurt wanneer je er een potentiaal op zet. Eén methode is een soort Ramanspectroscopie, zogenoemde surface-enhanced Ramanspectroscopie, oftewel SERS. Als je de elektroden slim kiest, bijvoorbeeld goud, dan kan het metaal zowel als elektrode fungeren als het Ramansignaal versterken. Raman geeft je een moleculaire vingerafdruk. Normaal kun je daarmee alleen relatief hoge concentraties in oplossing meten. Hiermee kun je zelfs millimolair meten. Dat zijn dezelfde concentraties die je hebt bij elektrochemie. Het grote nadeel is dat het heel erg gevoelig is. Je moet bijna in een cleanroom werken om het te doen. Enige vervuiling op de goud-elektrode geeft zoveel ruis dat je niets meer ziet.’ 

Waarom koos je deze specialisatie? 

‘Ik heb zowel chemie als chemische technologie gestudeerd. Bij elektrochemie ben je aan de ene kant echt met duurzaam onderzoek bezig, en aan de andere kant zijn zowel de chemie als de technologische fenomenen belangrijk. Het trekt me vooral dat je met fundamenteel onderzoek wel een bepaald maatschappelijk relevant doel nastreeft.’