Het bedrijf Asbeter Holding ontwikkelt een procedé dat asbest tot de laatste vezel afbreekt. En dat met alleen water, elektriciteit en de chemische eigenschappen van het materiaal zelf. Het eindproduct is ook nog eens herbruikbaar. 

‘Nog elk jaar zijn er minstens twee keer zo veel asbest- als verkeersslachtoffers’, stelt Inez Postema, CEO en oprichter van Asbeter Holding. ‘Daarnaast komen we maar nauwelijks van asbest af.’ Nu is de vuilstort meestal de laatste bestemming van asbesthoudende bouwmaterialen, waaronder dakplaten. Vernietiging door bijvoorbeeld verbranding of vermalen is erg duur, milieuonvriendelijk en geeft geen garantie op een asbestvrij eindmateriaal. Postema: ‘Je kunt wel stellen dat de wereld een serieus asbestprobleem heeft. Maar wij kunnen sinds mei dit jaar met zekerheid zeggen dat we de oplossing hebben gevonden.’ 

Alkalische aanpak 

Deze claim komt niet uit de lucht vallen. Al vier jaar lang werkt Asbeter aan een manier om asbest volledig af te breken. In 2018 werkte Postema als duurzaamheidsconsultant bij Deltalinqs, een ondernemersorganisatie van de Rotterdamse industrie. ‘Ik werkte aan de verduurzaming van industriële processen. Tijdens een congres dat ik organiseerde waren we aan het brainstormen over de impact van het zwakzure koolstofdioxide op mineralen. Ook asbest is een mineraal. En zo bedachten we dat zuren weleens asbest zouden kunnen oplossen.’ 

Het project Asbetter Acids was geboren. Het principe werkte redelijk, maar het proces bleek erg kostbaar. ‘Heel jammer natuurlijk, maar het was geen weggegooide tijd’, zegt Postema. ‘In die drie jaar hebben we heel veel geleerd over hoe asbestvezels zich gedragen en waar hun zwaktes liggen. We kwamen al vrij snel op het idee om het 180 graden anders te doen. Wat als we in plaats van zuren toe te voegen er een alkalisch milieu van maken?’ Dit laatste is vrij simpel te doen: het toevoegen van water aan cement geeft calciumhydroxide. 

‘Wij kunnen met zekerheid zeggen dat we de oplossing hebben gevonden’ 

Deze switch bleek een schot in de roos, volgens Postema. ‘We hebben inmiddels twintig grote tests achter de rug. Daarbij zijn monsters van ons eindmateriaal bekeken onder een scanning-elektronenmicroscoop bij een vergroting van 5000 keer. Daarbij was geen enkele asbestvezel te zien.’ 

Opschalen 

Het alkalische proces kreeg de naam AC Minerals: naar de actieve en circulaire aard van het hele proces. De afbraak vindt plaats in drie stappen. ‘De eerste bestaat uit een mechanische voorbehandeling van het cement, zodat we meer reactieoppervlakte creëren’, vertelt Angelo de Jong, hoofd R&D van Asbeter Holding, die 1,5 jaar geleden het team kwam versterken. ‘Daarna voegen we water toe en verwarmen we de slurry. Dan begint de oplossingsreactie. Ten slotte is in de derde stap de pH op zijn plafond van 12,5 en is de reactie maximaal versneld.’ 

Alleen water en elektriciteit zijn dus nodig bij deze methode. Geen dure en milieuonvriendelijke chemicaliën. Het water wordt zelfs gedeeltelijk hergebruikt, een ander deel is nodig om het eindproduct (calciumsilicaat of calciumcarbonaat met activator) als grondstof in te zetten in de cementindustrie.  

‘De industrie staat momenteel onder grote druk door het zogenoemde Betonakkoord, waarin is afgesproken het vrijkomen van CO2 in de deze industrie te beperken’, zegt Postema. ‘Wij helpen door een alternatieve grondstof te leveren, wat een jaarlijkse besparing oplevert van zeker 50.000 ton CO2.’ Het patent voor de methode is in aanvraag, evenals ISO-certificering. Er lopen al pilots, maar ook snelle opschaling staat op de agenda.  

’Het is nog mogelijk om her en der energie te besparen’

‘Wij snappen dat onze claim behoorlijk sterk is’, vertelt Postema. ‘En dus moet je wel wat laten zien. Eind 2023 willen we beginnen met de bouw van een grote fabriek, waarvoor we nu rondkijken in de Rotterdamse haven en in alle regiogemeenten.’ De AC Minerals Plant moet begin 2025 operationeel zijn en circa 75.000 asbestbeton-dakplaten en -buizen per jaar gaan verwerken. Samen met de alkalische vloeistof levert dit vervolgens jaarlijks in slurryvorm tussen de 300.000 en 375.000 ton grondstof op voor de cementindustrie. 

Voortrekkersrol 

Ondertussen werkt het bedrijf ook aan de logistiek voor de astbest-inzameling in luchtdichte platentassen en aan enkele procestechnische verbeterpunten. ‘Ook denk ik dat het mogelijk is her en der nog wat meer energie te besparen’, vertelt De Jong.  

Voorlopig komt alle financiering nog uit subsidies, eigen investeringen en bijdragen van projectpartners. Maar nu is het volgens Postema tijd om durfinvesteerders en ten slotte ook banken aan te trekken. ‘Ik twijfel niet aan onze goede business case of aan het bewijzen van de technologie. En anderen ook niet. We krijgen al signalen dat producenten vertrouwen hebben onze technologie.’ 

Een asbestvrije toekomst ligt in het verschiet, als het aan Postema en haar collega’s ligt. Te beginnen in Nederland. ‘Onze overheid heeft altijd al een voortrekkersrol gehad door te stellen: wij willen die asbestplaten van het dak. Ook heeft ze beleid voor het zoeken naar alternatieven bij gevaarlijke afvalstromen. Daarin staat onder meer dat als er een partij met een betaalbare, duurzame en efficiënte oplossing komt om asbest uit asbestcement volledig af te breken, er een algeheel stortverbod komt. Wij denken nu die partij te zijn.’