Vloeibare kunstmest zit in de lift met de opkomst van de precisielandbouw. Tessenderlo Kerley speelt hierop in met een nieuwe fabriek voor de productie van ammoniumthiosulfaat. De keuze voor Chemelot als locatie komt voort uit de mogelijkheden om aan te sluiten bij de aanwezige ammoniakwaardeketen. ‘We zoeken naar een maximale integratie van grondstoffen, reststromen en energie.’  

Eind 2024 opende Tessenderlo Kerley op Chemelot in Geleen een nieuwe fabriek voor de productie van ammoniumthiosulfaat (ATS), een vloeibare meststof die stikstof en zwavel, beide cruciale voedingsstoffen voor landbouwgewassen, levert. De vraag naar dit type meststof groeit door de opkomst van de zogeheten precisielandbouw; met vloeibare kunstmest kun je nauwkeuriger doseren dan met korrels. Daarbij komt dat Tessenderlo Kerley in Frankrijk onlangs erkenning kreeg voor het feit dat haar ATS-product, Thio-Sul® genaamd, stikstofverliezen remt. Het gebruik van Thio-Sul® zorgt ervoor dat de nitrificatie en vervluchtiging vertraagt. Ammonium wordt minder snel in nitraat en ammoniak omgezet, waardoor de kans op uitspoeling en verdamping kleiner is. Zo is er meer stikstof voor de planten beschikbaar.   

‘De grootschalige landbouw ziet steeds meer voordelen van vloeibare meststoffen’

Jeroen Van Cauwenbergh, Tessenderlo Kerley 

Korrelmest 

Ondanks deze aantrekkelijke eigenschappen worden vloeibare meststoffen zoals ATS in West-Europa nog niet breed toegepast. Jeroen Van Cauwenbergh, Technology Director bij Tessenderlo Kerley, ziet dat daar wel verandering in komt. ‘In de Verenigde Staten worden deze stoffen al sinds de jaren zestig toegepast in de landbouw. In Europa gebruikt men voornamelijk meststoffen in korrelvorm. Maar de grootschalige landbouw ziet steeds meer voordelen van vloeibare meststoffen. Het is bijvoorbeeld een groot voordeel dat bemesting heel precies en efficiënt via de irrigatiesystemen kan plaatsvinden. Voor Thio-Sul® komt daar nog de remming van stikstofverliezen bovenop.’

Thiosul-fabriek Chemelot

Thiosul-fabriek Chemelot

Beeld: Tessenderlo Kerley

Tessenderlo Kerley werkt met verschillende instituten samen om de efficiëntie van bemesting met Thio-Sul® te onderzoeken. ‘Tessenderlo Kerley is één van de weinige bedrijven in Europa die dit type meststoffen levert. Sinds 2017 hebben we in Frankrijk een productielocatie voor Thio-Sul®. Daarnaast hebben we een fabriek in Italië overgenomen voor de productie van ATS. Met de nieuwe faciliteit op Chemelot, met een capaciteit van ruim 100 000 ton per jaar, zijn we de grootste producent in Europa.’ 

Rondom de kerk 

De keuze voor Chemelot is een logische, aldus Van Cauwenbergh. ‘Dat is enerzijds vanwege de nabijheid van potentiële klanten. We hebben al een fabriek voor dit product in Frankrijk waarvanuit we onze Franse klanten bedienen. Chemelot ligt strategisch ten opzichte van de Benelux, Duitsland en Noord-Frankrijk.’ En er is het logistieke voordeel, benadrukt Alvaro Torres Centellas, Business Development Manager van Chemelot. ‘Kunstmest is een typisch product dat je “rondom de kerk” verkoopt. De afnemers bevinden zich op maximaal 200 tot 300 kilometer van de productielocatie. Dankzij de aanwezigheid van het Julianakanaal zijn klanten in Duitsland en België goed bereikbaar.’ 

Ammoniak 

Een ander groot voordeel van het Limburgse chemiecluster is de mogelijkheid om de nieuwe fabriek maximaal te integreren in het bestaande ecosysteem. Torres Centellas: ‘Jaarlijks wordt hier zo’n 2,3 miljoen ton kunstmest geproduceerd. De producten van Tessenderlo Kerley zijn een extra toevoeging aan het kunstmest-portfolio van Chemelot en de nieuwe fabriek past perfect in de ammoniak-waardeketen. Ammoniak is één van de grondstoffen voor Thio-Sul® en wordt hier op de site geproduceerd door OCI. Het is voor ons erg belangrijk dat ammoniak lokaal wordt gebruikt en niet naar elders hoeft te worden vervoerd, voornamelijk vanwege de veiligheid. Het scheelt bovendien in de CO2-uitstoot.’

‘Het is voor ons erg belangrijk dat ammoniak lokaal wordt gebruikt’

Alvaro Torres Centellas, Chemelot 

Voor de andere grondstof, zwavel, is al een logistieke keten beschikbaar omdat dit ook door andere partijen op Chemelot wordt gebruikt. Tessenderlo Kerley kon ook het proces zelf maximaal integreren met de bestaande faciliteiten. De restwarmte die in de vorm van stoom bij de productie vrijkomt, kan als energiebron worden gebruikt door naburige bedrijven, legt Van Cauwenbergh uit. ‘Hierdoor wordt op maximale productiecapaciteit ongeveer 6700 ton CO2 per jaar vermeden. Tessenderlo Kerley heeft als slogan “Every Molecule Counts”. Dat betekent dat we maximaal inzetten op het gebruik van iedere molecule en zoeken naar een maximale integratie van grondstoffen, reststromen en energie.’ Torres Centellas voegt toe: ‘Alle site-users delen deze visie. Dat maakt wel dat bedrijven afhankelijk zijn van elkaar. Iedereen moet buiten de eigen parochie kijken. Bijvoorbeeld bij storingen zoeken alle bedrijven naar een oplossing die voor heel Chemelot de beste is, en die niet alleen voor jouw proces voordelig is.’

Tessenderlo Kerley ziet veel voordelen aan de integratie van het proces op Chemelot, zegt Van Cauwenbergh: ‘Je hebt te maken met tientallen verbindingen tussen het project en de buitenwereld, zowel op Chemelot met de buren en daarbuiten. Daardoor zijn we afhankelijk van anderen. Maar de operationele voordelen wegen op tegen deze afhankelijkheid. De operationele kosten van een stand alone installatie kunnen zo’n twintig procent hoger uitvallen ten opzichte van een geïntegreerd proces.’ 

Ammoniumthiosulfaat 

Het proces start met zwavel, dat in een eerste stap geoxideerd wordt. Bij deze reactie komt stoom vrij, die door andere bedrijven op Chemelot gebruikt kan worden. In een tweede stap reageert geoxideerd zwavel met ammoniak tot het tussenproduct ammoniumbisulfiet. Dit reageert vervolgens verder met zwavel en ammoniak tot ammoniumthiosulfaat.